De voorlopers van de gitaar bestaan al duizenden jaren. Zelfs in de prehistorie werden snaarinstrumenten gebruikt om muziek
te maken. En in de Griekse mythologie zien we Hermes die de luit uitvindt om de mensen en zijn mede-goden te bespelen.
Maar dit populaire snaarinstrument werd pas in de 14de eeuw echt bekend in Europa. Toen is de voorloper van de gitaar,
waarschijnlijk door de Arabieren, meegenomen naar Spanje.
In het begin waren het instrumenten met 4 of 5 dubbelsnaren. De klassieke gitaar is bedacht door een Spaanse gitaarbouwer.
Vandaar dat de klassieke gitaar ook wel "Spaanse gitaar" wordt genoemd. Pas in de 18e eeuw kwam de gitaar met 6
snaren, zoals we die nu kennen. Uit die tijd stamt ook de stemming van de gitaar zoals we die nu nog kennen: E A D G B E.
Tussen 1850 en 1860 heeft de Spanjaard Antonio de Torres Jurado een klassieke gitaar gebouwd dat heel erg lijkt op onze huidige
klassieke gitaar. Het ontwerp van de gitaar werd door hem radicaal veranderd: een veel grotere klankkast, die anders gelijmd werd,
andere fretafstanden, ezovoorts.
Het was uiteindelijk de musics Francesco Tarrega (1852-1909) die de gitaar haar plaats in de muziekgeschiedenis gaf. Dankzij hem werd de
gitaar een algemeen geaccepteerd muziekinstrument, en hij is ook de grondlegger van de moderne speeltechnieken.
Interessante verdere ontwikkelingen vonden plaats tegen het einde van de 19e eeuw, toen C.F. Martin en Orville Gibson
twee nieuwe gitaartypes ontwierpen (allemaal nog niet versterkt), de flat-top en de archtop gitaren.
Een archtopgitaar is een staalsnarige akoestische gitaar met een gebogen bovenblad (vandaar de naam) die in de jaren veertig
van de twintigste eeuw in trek kwam. Vanwege hun samenstelling en aparte klank werden ze vooral gebruikt voor blues, jazz en
new-countrymuziek. Vanaf het einde van de jaren veertig lieten gitaristen van bigbands gitaarelementen op hun archtopgitaren
bouwen om zo toch nog boven het geluid van de blazers uit te kunnen spelen. Op deze manier werden de eerste semiakoestische
gitaren geboren.
Een steelstringgitaar of western gitaar, wordt ook wel een flattop gitaar genoemd, omdat de klankkast een vlakke bovenkant
heeft, en is voorzien van metalen snaren.
We zien bij de afbeelding van de D'Angelico Archtop hierboven de term Non-Cutaway staan.
Een cutaway is de "halve maan" die onder het klankgat van de gitaar is weg gelaten. Hierdoor kan een sologitarist
alle frets op de gitaar zonder moeite bereiken. Zonder cutaway kom je vaak tot fret 14 en met cutaway kom je vaak tot het
einde van de gitaarhals. Een kleine(re) klankkast houdt echter ook in, minder volume.
Aan de linkerkant zie je een Taylor 514CE Grand Auditorium Cutaway gitaar, waaraan overigens het aardige prijskaartje van zo'n €
2.500 (prijspeil 2021) hangt.
Let op! Een dergelijke flattop gitaar is geen klassieke gitaar. De klassieke gitaar is het Spaanse model (kleiner dan
een flattop gitaar), en deze wordt bespannen met nylon snaren, wat usance in de klassieke muziek is.
In de pop, folk, country en bluegrass muziek wordt gebruik gemaakt van het model gitaar dat, behalve als flattop, ook als
"western gitaar" wordt aangeduid. Meestal betreft het hier een gitaar met een wat grotere kast en geschikt voor
metalen snaren (b.v. brons en/of staal).
Overigens behoren alle types, archtop, flattop en klassieke gitaar, tot de familie van de akoestische gitaren, tenzij ze door
gebruik te maken van losse electronica die je in of aan de gitaar bouwt, als het ware versterkt worden. Dan spreken we weer van
semi-akoestische gitaren.
De geschiedenis van de electrische gitaar
In 1924 ontwierp een ingenieur van de Gibson fabrieken in Amerika, de eerste magnetische pickup. Een pickup (ook wel gitaarelement
genoemd) is een opnemer voor een elektrische gitaar en bestaat meestal uit een elektrische spoel die weer is opgebouwd uit
geïsoleerd koperdraad dat om een magneet is gewikkeld.
De stalen snaren lopen boven de magneet en doorsnijden het magnetisch veld. Hierdoor worden ze zelf ook magnetisch. Als de
stalen snaar wordt aangeslagen zal door de trilling het magnetisch veld veranderen, waardoor er in de spoel door inductie
een elektrische wisselspanning opgewekt wordt, die kan worden versterkt via een versterker.
In 1931 waren het de heren Barth, Beauchamp en Rickenbacker die de Electro String Company het levenslicht lieten zien, en de eerste
electrische gitaren, de zogeheten "Frying Pans" (braadpannen), die je als gitarist op de schoot moest leggen en met
een stalen schuif bediend moesten worden. We kennen iets dergelijks tegenwoordig als een steel guitar, waar je met een zogeheten
"Bottleneck" (een buisje van glas of metaal), de snaren aanraakt.
De gitaren destijds hadden een dermate complexe en slechte constructie, dat ze permanent vibreerden en een jankend geluid
maakten, de zogeheten "Feedback". De oplossing werd door gitarist Les Paul bedacht, hij kwam met de solid body electrische gitaar.
Hiernaast zie je een Gibson Les Paul Goldtop uit 1952, samen met een Fender Bassman versterker, in de 50er jaren van de vorige eeuw een gouden
combinatie voor musici als Freddie King en Duane Allman.
Ook de ingenieurs Paul Bigsby (nu een bekend leverancier van de Whammy Bars die op bijvoorbeeld Gretsch gitaren zijn bevestigd),
en gitarist Merle Travis, bedachten een soortgelijke solid body.
Leo Fender was diegene die, in 1950, de eerste solid body massaproductie gitaren op de markt bracht, hiernaast zie je een
afbeelding van die beroemde Fender Broadcaster uit 1950, die later omgedoopt werd tot Fender Telecaster, vanwege copyright problemen
met de naam Broadcaster. Niet veel later, in 1954, produceerde Fender een van de meest bekende gitaren uit de historie, de Fender
Stratocaster.
In de jaren 50 tot en met 70 van de vorige eeuw waren de gitaren van naam (Gibson, Fender, Rickenbacker, Gretsch, Guild, d'Angelico etc.)
veel te duur voor de (amateur) gitarist. De verkrijgbare imitaties waren beroerd slecht van kwaliteit en nauwelijks fatsoenlijk
bespeelbaar. Een aantal Japanse ondernemingen begon in massaproductie gelijkwaardige gitaren te produceren, die echter vele
malen goedkoper waren dan de Amerikaanse modellen, maar toch een gelijkwaardige geluid- en speelkwaliteit hadden. Denk hierbij aan
merken als Yamaha, Takamine, Moridaira, Fernandes, EPS, Alvarez en niet te vergeten Ibanez, met hun alternatieve ontwerpen en
bouwwijzen.
Anno 2021 kunnen we constateren dat er weinig tot geen prijsverschillen meer zijn in top Japanse en top Amerikaanse gitaren,
kwaliteitsverschillen zijn er al helemaal niet meer (snobisten en chauvinisten denken daar overigens anders over), en het grappige is, dat een
groot gedeelte van de Amerikaanse en Japanse gitaren in Mexico, Korea of Indonesië wordt gebouwd. Het gaat er dus niet zozeer
meer om waar de gitaren vandaan komen, maar het gaat om je eigen klank- en speelbeleving. Die is uitgangspunt bij het kiezen
van een gitaar.
We kennen inmiddels twaalfsnarige gitaren, electrische gitaren met 6, 7 of 8 snaren, basgitaren met 4 tot 7 snaren, (semi) hollow
body, Hard 'n' Heavy gitaren, dobro's (resonatorgitaren), thinlines, en wat er al niet meer is uitgevonden. Verdergaande ontwikkelingen
in electronica zorgen er zelfs voor dat er volledig gecomputeriseerde electrische gitaren zijn, die qua klankmogelijkheden de
standaard synthesizer de loef afsteekt.
De opbouw van een gitaar
Uit welke delen wordt een gitaar opgebouwd? Daar zitten wel wat verschillen tussen een akoestische en een electrische gitaar.
Een akoestische gitaar bestaat uit een klankkast, een hals en een kop. Op de kop van de gitaar zijn de stemmechanieken
gemonteerd waarmee de snaren worden gestemd.
De snaren lopen van de stemmechanieken over de topkam, langs de hals naar de brug.
Op de hals is de toets gelijmd: een lange donkere lat waarin de frets zijn bevestigd. In de hals is een stalen pen verwerkt
die voorkomt dat de hals kromtrekt of breekt door de spanning van de snaren. Met deze pen kan de kromming van de hals worden
afgesteld.
De klankkast bestaat uit een bovenblad. Het bovenblad bevat het klankgat, een rond gat waar de snaren overheen lopen. F-vormige
klankgaten aan weerzijden van de snaren, zoals bij een viool, komen ook voor.
Op het bovenblad is de brug gemonteerd. Dit is een plat en breed plaatje waarop de snaren en het brugzadel zijn bevestigd.
De snaren kunnen op verschillende manieren worden bevestigd aan de brug. Nylon snaren worden doorgaans gelust en stalen snaren
worden vastgezet door middel van brugpennen.
De brug is een essentiel onderdeel van de akoestische gitaar. Het brugzadel brengt de trilling van de snaren over op het
bovenblad. Hierdoor gaat de lucht in de klankkast trillen en wordt het geluid versterkt.
Een klankkast heeft eigenlijk altijd een 8-vorm. Deze vorm is bepalend voor het geluid. Twee gitaren met een andere vorm
zullen ook anders klinken. De grote buik van de 8 versterkt vooral de lage tonen en de kleinere kop de hogere tonen.
De elektrische gitaar bestaat uit een body, een hals en een kop. Deze zijn doorgaans van hout gemaakt. Op de kop van de
elektrische gitaar zijn de stemmechanieken bevestigd. Anders dan de akoestische gitaar waarbij de lage E, A en D worden
gestemd door middel van linker stemmechanieken en de G, B en hoge E door middel van rechter stemmechanieken hebben de meeste
elektrische gitaren alleen zes linker stemmechanieken.
Net onder de kop bevindt zich de topkam, deze zorgt ervoor dat de snaren netjes naast elkaar en op de juiste afstand van elkaar
over de hals worden geleid. De topkam is meestal los bevestigd en wordt enkel door de spanning van de snaren op zijn plek
gehouden.
Van de topkam lopen de snaren langs de hals naar de brug. Aan de vlakke voorzijde van de hals bevindt zich de toets: een meestal
donkergetinte dunne houten plaat. Hierin zijn de frets bevestigd en de positiemarkeringen aangebracht.
Verschillende elektrische gitaren hebben verschillende soorten bruggen. Het voornaamste verschil tussen gitaarbruggen is een
gefixeerde brug of een brug met vibratosysteem.
De eerste wordt ook wel "hard tail" genoemd en de laatste abusievelijk
een tremolobrug.
Tremolobrug (of tremolo-bar = tremolo hendel) is een verkeerde benaming, omdat de brug op en neer gaat als je de hendel beweegt, en daarom
een "vibrato" geluid voortbrengt. Een juistere benaming voor deze brug en hendel is een vibrato bridge (vibrato bar of
whammy bar). De naam "tremolo"-bridge is een fout(je) van de Fender technici uit 1954, toen dit vibrato systeem door hen werd uitgedacht.
Tremolo en vibrato betekenen allebei "trillend" in het Italiaans, maar verwijzen naar twee duidelijk verschillende
technieken. Bij tremolo wordt dezelfde toon kort achter elkaar herhaald met een telkens wisselend volume en bij vibrato worden
juist kort achter elkaar tonen gespeeld met een licht afwijkende frequentie. Tremolo duidt dus op een variatie van amplitude en
vibrato op een wisseling van frequentie.
Er bestaan verschillende soorten vibratosystemen, zoals de standaard vibratobrug (tremolo brug), de Floyd Rose Double Locking
Bridge en de Bigsby Vibrato Tailpiece.
Tussen de brug en de toets bevinden zich één of meerdere gitaarelementen (pick-ups). Een gitaarelement zet door
middel van inductie de trilling van de snaren om in een elektrisch signaal. Het elektrische signaal wordt langs één
of meerdere toonregelaars en de volumeknop geleid, en verlaat uiteindelijk via de jack output de gitaar. In deze jack output
komt het gitaarsnoer, dat de gitaar met de versterker verbindt.
Als de gitaar meerdere elementen bevat wordt door middel van de elementschakelaar bepaald welk element de trillingen omzet. Dit
kan een enkel element of een combinatie van elementen zijn. Omdat het timbre van de klank van de snaren anders is dichtbij de
hals dan dichtbij de brug kan op deze manier een "druk op de knop" (of het verschuiven van een schakelaar) een heel verschillend geluid worden geproduceerd.
Onder de snaren en om de elementen is bij de meeste elektrische gitaren de slagplaat bevestigd: een plastic plaat die de body
tegen krassen beschermt (zeker belangrijk als je met een plectrum, een pick, speelt).
Gitaarelementen
We weten dat een elektrische gitaar geen klankkast heeft. Nu moet er dus op een andere manier het geluid worden versterkt. Een
versterker is inderdaad de oplossing, maar daarmee zijn we er nog niet. Een gitaar produceert geluid, maar zonder elektrisch
signaal kan een versterker hier niks mee. De oplossing is het magneto-dynamische element. Dit bestaat uit een spoel met daarin
een magneet die je onder de snaren schuift. Hierdoor wordt er een magnetisch veld gecreëerd.
Misschien niet bekend, maar een spoel kan een wisselspanning opwekken als het magneetveld veranderd. Dit doe je door met een
stalen voorwerp langs de spoel te strijken.
Laten nu net de stalen snaren de beïnvloedbare factor zijn die het magneetveld van de spoel kan veranderen. Door de
verandering in het magneetveld ontstaat er een wisselspanning. De snelle veranderingen in wisselspanning kan worden gezien
als het signaal om de versterker mee aan te sturen.
Vele gitaristen en creatieve mensen gingen aan de slag om optimaal gebruik te gaan maken van het gitaarelement (de pickup).
Ook producenten, zoals Gibson, gingen ijverig op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Uiteindelijk zijn er een aantal veelgebruikte
gitaar elementen ontstaan. Hieronder zie je de meest bekende gitaarelementen:
Enkelspoelopnemer (single coil pickup)
Actieve opnemer (active pickup)
Dubbelspoelopnemer (humbucker pickup)
Split coil humbucker
Hexafonische pickup
Piëzo-opnemer (piëzopickup)
De eerste gitaarelementen waren enkelspoelselementen (single coil pickups). Zoals de naam al zegt bestaan deze elementen uit
een enkele spoel. Dit type element is prima in staat het signaal goed op te vangen en door te geven. Ze zijn echter ook erg
gevoelig voor signalen van andere elektrische apparaten wat destijds resulteerde in veel onbedoeld gebrom en gezoem.
Daarom werd in de jaren vijftig door het bedrijf Gibson het dubbelspoelselement, de humbucker, bedacht. De humbucker bestaat uit
niet één maar twee spoelen en twee magneten (of twee per snaar) met tegengestelde poariteit. De twee spoelen
worden op elkaar aangesloten zodat het signaal van de snaar in fase is en de ruis uit fase. Op deze manier blijft het signaal
van de snaar behouden en heft de ruis zichzelf op.
Humbuckers zijn dus veel minder gevoelig voor invloed van andere elektrische apparaten en klinken warmer en voller dan enkelspoelselementen.
Bij de meeste gitaren met single coils, zoals de Fender Stratocaster, heeft het middelste element een tegengestelde polariteit.
Zo functioneren twee afzonderlijke enkelspoelselementen hetzelfde als een humbucker.
In tegenstelling tot bovenstaande elementen zijn piëzo-elementen niet magnetisch. Ze maken gebruik van kristallen die
onder invloed van druk een elektrische spanning produceren. Dit type element - dat meestal verwerkt zit onder het brugzadel -
pikt daarmee de trillingen van het instrument op, in plaats van alleen de vibraties van de snaren.
Hierdoor lijkt de uiteindelijke klank veel meer op de "eigen" klank van het instrument. Om deze reden wordt dit type
pickups vooral gebruikt voor het versterken van instrumenten waarvan het geluid zo natuurlijk mogelijk moet klinken, zoals
akoestische gitaren en andere akoestische snaarinstrumenten.
Actieve en passieve gitaar elementen
In tegenstelling tot de passieve elementen die je op de meeste gitaren ziet, hebben actieve elementen een voedingsbron nodig.
Dit is meestal een 9 V-blokbatterij of een accu-pack. Actieve pickups maken namelijk gebruik van een voorversterker die bijdraagt
aan het vormen van de klank.
De spoelen bij een actief element zijn niet in serie of parallel geschakeld, maar worden juist bij elkaar opgeteld. Het
resultaat is een helder geluid, zonder piek in de middenfrequenties. Met name liefhebbers van metal maken gretig gebruik van
actieve pickups, omdat deze elementen bij gebruik van distortion hun definitie behouden.
Dit laatste betekent dat de individuele tonen nog steeds duidelijk te horen zijn, ondanks het vervormde geluid.
Liefhebbers van passieve elementen zullen echter zeggen dat passieve pickups meer karakter hebben en de natuurlijke klank van
het instrument beter tot uiting laat komen.
Alnico elementen
Elementen voor elektrische gitaar en voor basgitaar (van single coil element tot humbucker pickup), maken in principe altijd
gebruik van een magneet. Hiermee worden de trillingen van de snaren opgepikt. Hoewel magneten van zichzelf geen klankeigenschappen
hebben, is het type magneet toch van invloed op het totaalgeluid van de gitaar of bas.
Je hebt grofweg de keus tussen alnico en keramische pickups.
Alnico is een legering van aluminium, nikkel en kobalt. Keramische magneten bestaan uit ferriet (ijzeroxide). Deze
"ceramic pickups" leveren een krachtiger elektrodynamisch veld dan alnico. Het resultaat is een krachtiger element
met meer nadruk op de trebles (hoge tonen). Dit verschil kun je aan de buitenkant van de pickups overigens niet zien. Je zult
het altijd even moeten opzoeken in de specificaties van een product.
Verschillende Alnico elementen
Er bestaan verschillende soorten alnico magneten, elk met hun eigen eigenschappen. De meest voorkomende varianten zijn Alnico II
en Alnico V. Alnico II laat zich omschrijven als een typische warme "vintage" klank met een lichte nadruk op de
middenfrequenties. Dit type pickup is geliefd bij jazz-gitaristen en gitaristen die houden van een smaakvolle cleane toon.
Grappig detail is dat Alnico III zwakker is dan II. De III-variant werd voornamelijk in de jaren 50 veel gebruikt.
Alnico V is veel krachtiger dan Alnico II. Dit type magneet wordt gretig gebruikt door liefhebbers van rock en metal, vanwege de
lichte mid-scoop. Het zijn goede allrounders. Een groot voordeel is dat Alnico V-elementen bij een high-gain setting hun
helderheid behouden. Daarnaast komt ook het natuurlijke karakter van de gitaar goed tot uiting in een clean-setting.
Tegenwoordig zijn er ook Alnico 8-magneten beschikbaar. Deze kunnen worden gezien als Alnico V "on stereoids".
Keramische elementen
Keramische magneten zijn goedkoper om te maken dan alnico, dus worden ze vaak gebruikt in de relatief goedkope instrumenten.
Dit betekent niet dat ze slecht zijn, want ze bieden ook een andere "vibe" dan alnico.
Zo zijn keramische magneten krachtiger dan Alnico V. Hierdoor behouden ze hun helderheid en articulatie, wat de reden is dat
dit type element gebruikt wordt door veel metal-gitaristen. Voor clean zijn ze minder geschikt, want door de natuurlijke
compressie gaat er wat van de organische klank van je instrument verloren.
Qua klankprofiel kun je rekenen op een enorme boost in de bass en treble.
Gitaarsnaren
Er zijn er vele mogelijkheden en opties voor gitaarsnaren.
Een gitaarsnaar kan helaas breken. Vaak gebeurt dit ook nog eens op een moment dat het eigenlijk niet uitkomt. Heb je veel haast,
dan kun je uiteraard één snaar vervangen. Maar heb je meer tijd, dan is het aan te raden om de hele set in één
keer te vervangen. Het kan overigens nooit kwaad om meerdere sets in huis te hebben en om een reserve-setje mee te nemen naar
repetities en optredens.
Snaardikte
De snaardikte is de belangrijkste factor bij het kiezen van een snarenset. Veruit de meeste gitaristen spelen met een .010
set als ze op een normale elektrische gitaar in standaard stemming spelen.
Dit getal staat voor de diameter in inch van de dunste snaar uit de set. Op een gitaar met een mensuur (lengte van brugzadel
tot topkam) van 24.75 inch zit je met een .010 set altijd goed.
Bij een mensuur van 25.5 inch worden .009 sets ook veel gebruikt. Een .009 set op een 25.5 inch mensuur zal ongeveer hetzelfde spelen als een .010 set op een 24.75 inch mensuur.
Nylon snaren op akoestische gitaren
Wanneer je begint met het bespelen van een Spaanse (akoestische) gitaar is het verstandig om te beginnen met een setje medium
tension snaren.
Wil je later meer controle en definitie aan je spel toevoegen voor bijvoorbeeld flamenco-muziek of bespeel je een klassieke gitaar
met een ½ of ¼ formaat? Dan zijn hard tension of extra hard tension prima volgende stappen.
De onomwonden snaren zijn altijd van nylon draad en de bekendste omwonden snaren hebben een zilveren winding met een kern van
nylon vezels. Er zijn ook andere windingsoorten voor de gevorderde klassieke gitarist verkrijgbaar om op deze wijze te
kunnen experimenteren met klankvariaties.
Stalen snaren op akoestische gitaren
De meeste akoestische gitaristen spelen op .011 of .012, maar .010 en .013 zijn ook mogelijk voor iets minder of iets meer
snaarspanning.
Om diepe akoestisch klank te verkrijgen kun je kiezen voor Phospor Bronze en een geluid met meer sprankel wordt geleverd door
Bronze snaren. Deze twee soorten windingen zijn perfect voor de beginnende akoestische gitarist.
Vanzelfsprekend zijn nog veel meer variaties waaronder snaren met een coating om op een later tijdstip mee de verdieping in te
gaan. Naast akoestische en elektrisch akoestische gitaren word een hollowbody of akoestische resonator meestal bespannen
met dit type gitaarsnaar. Let op: de constructie van een Spaanse ofwel klassieke gitaar is niet bestand tegen dit type
gitaarsnaar!
Snaardikte bij drop tuning en jazz/blues
Als je je gitaar lager stemt, wordt de snaarspanning lager. Dit kan wenselijk zijn, maar het kan ook dat de snaren te slap gaan
staan, met een minder strak geluid als gevolg. Om hiervoor te compenseren, kun je een dikkere snarenset nemen.
Speel je normaal gesproken bijvoorbeeld op .010 en stem je de gitaar een hele toon lager, dan kun je voor een .011 set gaan.
Dan houd je ongeveer hetzelfde speelgevoel en geluid.
Stem je alleen de dikste snaar (de Lage-E)lager? Dan zijn er ook snarensets met een "heavy bottom". Hierbij zijn de hogere snaren
normaal, maar de bassnaren iets dikker dan gemiddeld.
Speel je graag jazz of een vergelijkbaar genre, dan is .010 waarschijnlijk te dun voor je. Veel jazz-gitaristen hebben de
voorkeur voor dikkere snaren vanwege de wat warmere en vollere klank. Hierbij kun je denken aan een .012 of .013 set.
Ook in de blues kom je ze wel tegen. Stevie Ray Vaughan koos bijvoorbeeld graag voor een dikke snarenset. Het opdrukken gaat
wel een stukje zwaarder dan normaal het geval is.
Materiaalkeuze en winding
De meeste snaren voor elektrische gitaar hebben een stalen kern. Het verschil zit hem vooral in het materiaal van de "winding",
dus het materiaal dat om de kern heen zit. De meestgebruikte snaren zijn nikkelomwonden ("nickel plated") snaren.
Deze hebben een evenwichtige klank, zijn soepel te bespelen en in vrijwel elk genre inzetbaar. Roestvrijstalen snaren (RVS,
"stainless steel") worden ook veel gebruikt, vooral door gitaristen die een helderder geluid willen hebben of door
mensen met een nikkel-allergie.
Zoek je het warme geluid van de jaren 50 - 60? Dan zou je ook "pure nickel" snaren kunnen proberen. Dit type snaar
heeft een winding met een extra hoog nikkelgehalte.
Naast het materiaal van de winding, is er ook het type winding. Veruit de meeste elektrische gitaristen spelen op snaren met een
ronde winding ("roundwound"). Deze snaren geven de bekende heldere, levendige en uitgesproken klank die je in veel
muzieksoorten hoort.
Mocht je een wat warmer en donkerder geluid willen, dan kun je ook voor een plattere winding gaan. Hierbij zijn er twee vormen:
"half-round" (geslepen snaren) en "flatwound". Flatwound snaren voelen met hun platte winding gladder aan
en produceren minder bijgeluiden. Wel zijn ze een stuk minder veelzijdig inzetbaar.
Als je handen snel zweterig worden, zul je zien dat gewone gitaarsnaren na een paar keer spelen al last krijgen van corrosie.
Hierdoor gaan ze minder soepel aanvoelen en minder levendig klinken. Maar ook wanneer je geen zweterige handen hebt, zal de
corrosie uiteindelijk toeslaan.
Gelukkig zijn er snaren die een speciale coating hebben. Deze snaren behouden langer hun nieuwe klank en blijven ook langer als
nieuw aanvoelen. Het voordeel is dat je ze veel langer kunt laten zitten dan gewone snaren. Ook maken snaren met een coating
minder bijgeluiden en zijn ze heel geschikt voor mensen met een nikkel-allergie.
Vervangen van de snaren
De beste manier om je te laten zien hoe gitaarsnaren vervangen moeten worden, is aan de hand van instructievideos.
We hebben een aantal Engelstalige instructievideos verzameld die door de gitaartechnicus van Long & McQuade uit Calgary (Canada)
zijn samengesteld. Afhankelijk van het type gitaar zijn er afwijkende manieren van snaren vervangen, gitaar afstellen, enzovoorts.
De Nederlandstalige videos komen van verschillende bronnen.
D videos laten kort en krachtig zien hoe snaren vervangen in zijn werk gaat. Wil je meer of andere videos bekijken over snaren vervangen, dan
kun je die ongetwijfeld op het Internet vinden, bij Bax Music/Bax Shop Online, of op YouTube.
Door het spelen op je gitaar zullen de snaren slijten. Maar dat is niet de enige reden waardoor je gitaarsnaren op een gegeven
moment niet meer lekker klinken, of zelfs breken.
Via je vingers komt er veel vuil op de snaren van je gitaar terecht. Je vingers zijn van nature vettig en regelmatig vuil. Tenzij
je heel trouw je handen wast voor je gitaar gaat spelen, kan je verwachten dat er veel vuil op de ruwe snaren achterblijft na
het spelen.
Ook transpiratie tast de snaren aan. Door het vocht en de zuurtegraad zullen de snaren aangetast worden, en kunnen ze gaan
roesten.
Daarnaast kan de conditie van je gitaarsnaren snel achteruit gaan door je gebruikte stemtechnieken en het plectrum dat je gebruikt.
En natuurlijk is het ook erg afhankelijk van de kwaliteit snaren die je gebruikt, zoals we hiervoor al hebben uitgelegd.
Er zijn een aantal punten waarmee je jouw gitaarsnaren zo lang mogelijk in topconditie kunt houden.
Maak regelmatig de snaren van je gitaar schoon om aanslag en roestvorming te voorkomen.
Let op je plectrum. Vervang deze op tijd zodat je niet met een scherp randje je snaren beschadigd.
Let goed op de manier waarop je de snaren om de stemknop draait. Door je snaren hier wat meer speling te geven voorkom je dat ze breken als er teveel druk op komt.
Rek je snaren bij het eerste gebruik goed op zodat er voldoende flexibiliteit in komt. Je verlengt hiermee de levensduur en de stemming van je gitaar.
Investeer in goede snaren. Er zijn zelfs snaren die ruime tijd onderhoudsvrij blijven door een coating laag die er in de fabriek op gezet wordt.
De gitaar afstellen
Vaak is het moment van snaren vervangen ook het goede moment naar de afstelling van je gitaar te kijken. En zeker als je van
snaardikte gaat wisselen, dan is het bijna onvermijdelijk dat de gitaar opnieuw afgesteld moet worden.
De gitaarhals
De hals is vaak de veroorzaker van vervelende bijgeluiden of een niet lekker spelende elektrische gitaar. De hals kan niet meer
optimaal safgesteld staan door verschillende factoren.
Doordat de hals van hout is hebben temperatuur en luchtvochtigheid een grote invloed op het materiaal. Maar ook het monteren van
dikkere of dunnere snaren kan afwijkingen in de afstelling van de hals veroorzaken. Controleer daarom eerst de kromming van de
hals voor je begint met het daadwerkelijke afstellen van de gitaar.
Check ook meteen of de hals niet getordeerd is (zie de afbeelding hiernaast). Als de hals in de lengte gedraaid is, is deze over het algemeen niet meer te
redden. Afstellen heeft dan ook weinig zin meer. Als de hals een klein beetje getordeerd is kan een goede gitaar technicus dit nog
wel opvangen.
De snaren van je gitaar zetten veel spanning op de hals. Om te voorkomen dat deze kromtrekt wordt er een zogenaamde "truss rod" in de hals verwerkt.
Dit is een metalen stang die ook wel de halspen wordt genoemd. Door middel van een speciale moer kan je deze stang strakker
draaien en zo de hals weer boller maken.
Wanneer je de halspen gaat stellen is het belangrijk dit in kleine stapjes te doen. Draai de moer een kwartslag en stem je
gitaar.
Check of de kromming van de hals weer naar wens is en niet meer te hol of bol staat.
Omdat je te maken hebt met een natuurlijk materiaal kan het soms even duren voor het hout in beweging komt. Zet de snaren op
spanning en laat je gitaar een uurtje staan voor je hem controleert.
Het is heel belangrijk dat je de moer van de halspen niet forceert. Zit er geen beweging in of gaat het stellen heel zwaar? Laat
er eerst een expert naar kijken. Als je de moer kapot draait wordt de hals van je elektrische gitaar onbruikbaar, dat zou zonde
zijn. De moer aan de halspen zijn er in verschillende uitvoeringen. Kijk goed welke jij hebt en welk gereedschap je hiervoor nodig
hebt. Bij twijfel kan je ook dit beter aan een expert overlaten.
Het klinkt misschien gek, maar de hals moet een beetje krom staan, omdat een gitaarsnaar na het aanslaan vibreert in een
elliptische beweging. Daar waar de snaar het verst uitslaat, zal deze bij een te rechte hals aanlopen op de frets.
Een gitaarhals kan of een bolle kromming hebben, ook wel "back-bow" genoemd, of een holle kromming, ook wel "relief"
genoemd.
Om de kromming te bepalen kun je een snaar als richtliniaal gebruiken. Dit doe je als volgt:
– druk met je linkerhand de dikke E-snaar in op de eerste positie
– druk met je rechterhand de dikke E-snaar in op de 17e positie
In het midden van deze twee punten moet er ruimte zitten tussen de snaar en de frets. Is dit het geval, dan staat de hals hol.
Zit er geen ruimte tussen en wordt de snaar zelfs een beetje opgetild, dan staat de hals bol.
Het kan zijn dat je niet goed kunt zien of er ruimte zit tussen de snaar en de frets. In dat geval kun je ook de volgende methode
proberen:
– druk met je linkerhand de dikke E-snaar in op de eerste positie
– spreid de vingers van je rechterhand zo ver mogelijk en probeer, terwijl je met je pink de 17 positie van dezelfde snaar indrukt,
met je duim in het midden tussen de twee punten op de snaar te tikken.
Zit er beweging in de snaar, dan is de hals hol.
Voordat we verder gaan met gitaar afstellen is het belangrijk dat je zeker weet dat je het merk en de dikte van de snaren die je nu op
je gitaar hebt zitten wilt blijven gebruiken. Ga je je gitaar besnaren met dikkere snaren nadat je alles hebt afgesteld, dan komt
er meer spanning op de hals te staan en kan deze weer te hol gaan staan.
Bij een te holle hals zullen bij het gitaarspelen de snaren hoger op de hals (ongeveer vanaf de twaalfde fret) gaan aanlopen op
de frets. Dit wordt ook wel "fret buzz" genoemd. Bij een te bolle hals heb je weer veelal fret buzz vanaf de eerste
tot aan de twaalfde fret. De ideale "holling" of relief krijg je wanneer je, bij bovenstaande methodes voor het bepalen
van de kromming van de hals, een ruimte hebt die vergelijkbaar is met de dikte van één of twee visitekaartjes.
Het inspecteren van de topkam
Als je na het afstellen van de hals bij gefrette noten geen problemen hebt maar bij open snaren last hebt van rammels of vreemde bijgeluiden,
dan is er hoogstwaarschijnlijk iets mis met de topkam. De sleuven waar de snaren in liggen kunnen te diep liggen door slijtage,
waardoor de snaren tegen de eerste fret aan rammelen.
Om dit te checken kun je de snaar indrukken op de tweede positie. De afstand tussen de onderkant van de snaar en de bovenkant
van de eerste fret moet eveneens de dikte van én à twee visitekaartjes zijn.
Daarnaast moeten de sleuven richting de kop een lichte hoek naar beneden maken, anders krijg je last van een sitar-achtige rammelende
klank. Ook kunnen de sleuven net iets te krap zijn (met name als je met dikkere snaren gaat spelen) waardoor snaren blijven
klemmen en de gitaar niet op stemming blijft.
Het invijlen van de sleuven of het opvullen om ze hoger te maken is een speciale klus waarvoor je specifieke gereedschappen en
materialen nodig hebt. Vaak is het ook aangeraden om de hele topkam te vervangen als de sleuven te diep liggen.
Mocht je dus een van bovenstaande problemen hebben, dan kun je dit het beste overlaten aan een expert.
Het afstellen van de brug
Actie van de snaren
Nu de hals van je gitaar de juiste kromming heeft, kun je gaan checken of de brugzadels op de juiste hoogte staan. De afstand van
de onderkant van de snaren tot de bovenkant van de frets wordt de "actie" genoemd. Hoe hoger de actie, hoe verder je
de snaren moet indrukken om een toon te fretten op je gitaar. Bij een lage actie hoef je maar even de snaar aan te raken en je hebt
al een duidelijke toon.
Een nadeel hierbij is dat door de trilling de snaar kan gaan aanlopen op de eerstvolgende fret. Dit is echter afhankelijk van
je individuele speelstijl. Heb je een heel zachte "touch" en sla je de snaren subtiel aan met je plectrum, dan kun je
vrij goed wegkomen met een heel lage actie.
Duw je de snaren krachtig tegen de frets en heb je een agressieve aanslag, dan zul je de actie moeten verhogen om bijgeluiden te
voorkomen.
Een gemiddelde actie ligt rond de 2.5 mm voor de dikke E-snaar en 2 mm voor de dunne E-snaar. De overige snaren liggen hier precies tussen. Het is echter een kwestie van smaak, want voor de een is dit een hoge actie en voor de ander kunnen de snaren niet hoog genoeg liggen.
Om de actie te wijzigen, verstel je de brugzadels in hoogte. Bij Fender-stijl tremolo’s (Stratocaster) en vaste bruggen
(Telecaster) zijn er losse brugzadels toegepast, die voorzien zijn van twee zeskantschroefjes voor de hoogteverstelling. Dit
geldt ook voor de meeste "non-locking" zwevende tremolo’s.
Bij een Tune-O-Matic-brug, zoals op een Les Paul, kun je de zadels niet afzonderlijk in hoogte verstellen. Hier moet je door
middel van twee schroeven (studs) of twee wieltjes één of beide kanten van de brug in zijn geheel verlagen of
verhogen.
Ook bij de hierboven genoemde Wilkinson-stijl tremolo’s kun je aan één of beide studs draaien, om de brug deels of in zijn geheel
in hoogte te verstellen, mocht je niet uitkomen met de zadels alleen. Hetzelfde principe geldt voor double locking (Floyd Rose)
tremolo’s.
Rekening houden met de toetsradius
Als je de hoogte gaat verstellen van afzonderlijk verstelbare brugzadels, zul je rekening moeten houden met de toetsradius van
de hals. Omdat de toets bol is, zullen ook de brugzadels in een boog moeten staan om voor elke snaar de juiste actie te krijgen.
De twee middelste snaren (D en G) staan dus het hoogst, de twee ernaast (A en B) iets lager en de buitenste (E en E) staan het
laagst.
Bij bruggen waarbij de zadels niet in hoogte verstelbaar zijn, zoals de Tune-O-Matic en de Floyd Rose tremolo, is deze stap niet
nodig. De zadels zijn namelijk in diverse hoogtes in de brug verwerkt.
Soms kan het zijn dat een brug of brugzadel niet meer lager kan. Om dan toch een lagere actie te kunnen krijgen, zul je de hoek
moeten aanpassen waarin de hals op de body zit. Deze halshoek kun je alleen zelf aanpassen als de hals van je gitaar geschroefd
zit aan de body. Bij gelijmde halzen is het zinvoller een gitaartechnicus in te schakelen.
Als je brugzadel op de laagste stand staat en de snaren staan nog steeds te ver van de toets af, dan moet je zorgen dat het
uiteinde van de hals ter hoogte van de bevestiging aan de body wat omhoog komt. Als de hals in één rechte lijn met
de body loopt, wil je dus dat de hals naar achteren gaat kantelen. Dit is bijzonder specialistisch werk, en ook hiervoor kun je
het beste een expert gitaartechnicus raadplegen.
Als de hals en brugzadels goed staan, de topkam de juiste hoogte heeft en één of meer snaren toch nog een bijgeluid
produceren, dan kan het zijn dat er een braampje zit op het brugzadel. Ook hier moet het gleufje een hoek naar achteren maken, anders krijg
je eveneens het eerdergenoemde sitar-effect.
Als je overweg kunt met topkamvijltjes, dan kun je die voorzichtig gebruiken om de braampjes weg te vijlen.
Het intoneren van de gitaar
Heb je je gitaar net gestemd, maar klinken enkele open snaren vals bij bepaalde akkoorden? Of klinken de tonen op de hogere posities
van de hals te hoog of te laag? Dan is waarschijnlijk de intonatie van de gitaar niet helemaal goed. Je zult dan één of
meerdere zadels van de brug naar voren of naar achteren moeten verplaatsen. Bij de meeste gitaarbruggen is het een kwestie van
aan een schroefje draaien.
Soms zul je eerst een borgschroefje los moeten maken om het zadeltje te kunnen verschuiven, zoals bij Sandberg gitaren. Bij
gitaren met een double locking (Floyd Rose) tremolo is het wat lastiger.
Om de intonatie van een snaar te checken, moet de toonhoogte van de 12e fret gelijk zijn aan die van de flageolet boven de 12e
fret. Een flageolet maak je door met je vingertop lichtjes tegen de snaar aan te drukken, de snaar aan te slaan en vervolgens je
vinger weg te halen. Daarna gebruik je de volgende regels:
– flageolet hoger dan de ingedrukte toon ? brugzadel naar voren (richting hals)
– flageolet lager dan de ingedrukte toon ? brugzadel naar achteren
Afvlakken van de frets
Als je nu, na alle stappen te hebben doorlopen, nog steeds last hebt van fret buzz op één of meerdere plaatsen op
de hals, dan ligt het probleem in het fretwerk van de gitaar.
Het kan dan zijn dat sommige frets wat lager of hoger liggen dan de rest. In dat geval zal een ervaren gitaartechnicus alle
frets op dezelfde hoogte moeten vijlen en vervolgens de bovenkanten weer rond moeten maken en polijsten.
Het meten van snaarhoogtes
Tijdens het afstellen van de gitaarhals en de brugzadels, is het zinvol de afstand van verschillende snaarhoogtes tot bepaalde frets en de actie
(halsholling) te meten.
Je kunt daarvoor het beste een voelermaatje gebruiken, of een milimeterliniaal (snaarhoogtemeter), die speciaal voor deze doeleinden zijn ontworpen.
Hieronder een overzichtje in millimeters van verschillende snaarhoogtes gemeten bij de 12e fret en de actie
(halsholling) gemeten rond de 8e fret bij verschillende instrumenten.
Soort snaar
Dikste snaar (12e fret)
Dunste snaar (12e fret)
Holling (8ste fret)
Staalsnaar
2,3 mm
1,8 mm
0,05 mm
Nylon klassiek
4,0 mm
3,2 mm
0,05 mm
Nylon Flamenco
3,0 mm
2,5 mm
0,05 mm
Electrisch
2,0 mm
1,6 mm
0,025 mm
Bas
2,7 mm
2,4 mm
0,35 mm
Mandoline
1,9 mm
1,7 mm
0,13 mm
Banjo
2,3 mm
2,3 mm
0,2 mm
Ukulele
2,3 mm
2,3 mm
0,05 mm
Truss Rods
We hebben bij de pragraaf over het afstellen van de gitaarhals al gesproken over de Truss Rods, de trekstang (halspen) die wordt gebruikt
om de gitaarhals boller of juist holler te justeren. Het is best een ingewikkelde klus om met behulp van de Truss Rod een hals zodanig
af te stellen, en van de zogeheten "fret buzz" af te komen.
Daarnaast werkt het niet bij iedere gitaar hetzelfde.
Als je bepaald hebt dat de hals te hol staat, dan zul je de Truss Rod moeten aandraaien (met de klok mee) om de hals rechter te
krijgen. Staat de hals te bol, dan moet je de truss rod wat losser zetten. Draai slechts één kwartslag, stem je
gitaar opnieuw en check of de kromming naar wens is.
Bij sommige gitaren kan het even duren voordat er beweging in het hout komt, dus is het belangrijk om na elke kwartslag draaien
de hals een uurtje te laten settelen. Houd daarom de gitaar constant op stemming voor de juiste snaarspanning.
Wees extra voorzichtig als er geen beweging in de Truss Rod zit of als deze heel erg zwaar gaat. In dat geval is het verstandig
om een gitaar technicus ernaar te laten kijken, aangezien je gemakkelijk de moer van de trekstang kapot kunt draaien, waarna de
hals onbruikbaar wordt.
Er bestaan verschillende soorten Trust Rod systemen en moeren, onderstaand bespreken we de meest voorkomende.
Truss Rod Slotted systeem
Fenders uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw hebben single-action Truss Rods met de moer aan het uiteinde van de hals (aan
de kant van de body) waarvoor je een kruiskop-schroevendraaier nodig hebt. Deze "Slotted Nuts" zijn alleen bereikbaar
door de hals los te schroeven van de body.
De handigste manier is om een capo over de eerste fret te zetten (zodat de snaren niet uit de topkam springen), de snaren slapper
te zetten en de vier schroeven van het halsplaatje eruit te draaien. Nu kun je de hals zover uit de hals-pocket tillen tot de
moer bereikbaar is.
Vervolgens draai je hem een kwartslag vast of los en zet je de gitaar weer in elkaar en op stemming. Check dan of de kromming van
de hals naar wens is. Zo niet, dan herhaal je deze stappen.
Bullet Truss Rod Nut
Fenders uit de jaren 70 van de vorige eeuw hebben een zogeheten "Bullet truss rod nut" op de kop zitten.
Deze chromen moer heeft de vorm van een kogel en steekt vaak uit de kop, net achter de topkam. Hier heb je een 1/8 inch
inbussleutel voor nodig. Ook deze truss rods zijn single-action.
Hex Truss Rod
Gibson gitaren hebben een vintage-stijl single-action truss rod die een speciale 5/16 inch dopsleutel vereist.
De messing zeskantmoer zit onder een plastic afdekkapje (Truss Rod Cover) op de kop achter de topkam.
De High-end gitaren van Ibanez en Jackson hebben een soortgelijk Hex Truss Rod systeem.
Allen Nut
De meeste moderne tweeweg-halspennen zijn voorzien van wat men in de volksmond ook "Allen Nut" of Inbus-moer noemt.
Oftewel een moer waarvoor je een zeskantssleutel nodig hebt. Deze zijn er in diverse maten, maar 4 en 5 mm zijn de meest
voorkomende.
Deze moeren kunnen zowel aan de kopzijde als aan de body-zijde van de hals zitten. Merken als Yamaha, Squier en G&L maken
gebruik van dit type moer.
Spoke Wheel
Spoke Wheel (ook wel Spoke Nut genoemd), is weer een ander type moer en deze bevindt zich aan de body-zijde van de hals.
Dit is een cilinder met gaten rondom. Steek een dunne schroevendraaier, inbussleutel of ander staafvormig voorwerp in één
van deze gaten en gebruik deze als hefboom om de moer te kunnen draaien zonder de hals los te hoeven maken.
Dit type wordt standaard gebruikt op gitaren van Music Man en EVH Wolfgang (EVH = Eddie van Halen).
De gitaar stemmen
Het correct stemmen van een gitaar lijkt soms net zo moeilijk als het spelen zelf, maar het moet nu eenmaal gebeuren. Niets is
zo vervelend als een slecht gestemde gitaar. Je doet er zowel jezelf als je instrument tekort mee.
Stemmen moet bovendien vaak gebeuren: door temperatuurwisselingen kunnen snaren immers krimpen of uitzetten, wat de kwaliteit
van het geluid vermindert. Zorg er dus voor dat je regelmatig stemt, ook gedurende repetities en voorbereidingen.
De makkelijkste manier om een elektrische gitaar te stemmen is natuurlijk door een stemapparaat te gebruiken, zo besteed je het
werk als het ware uit. Het is echter belangrijk om je te realiseren dat er veel verschillende stemapparaten zijn, waarvan lang
niet alle varianten toepasbaar zijn op jouw persoonlijke gitaar.
De meeste stemapparaten zijn geproduceerd om de standaard gitaarstemming (E A D G B E) te faciliteren en dat is in veel gevallen
ook wel voldoende. Soms heb je echter ook een wat uitgebreidere variant nodig en dan is het raadzaam om voor een chromatisch
stemapparaat te kiezen, zoals je hiernaast ziet afgebeeld.
Met een dergelijk stemapparaat kun je namelijk ook willekeurige stemmingen maken, aangepast op jouw eigen voorkeuren. En er bestaan vele
verschillende gitaarstemmingen, zoals de "Drop D" stemming, waarbij de lage E-snaar een hele toon omlaag
wordt gestemd naar een lage D. De volledige stemming wordt dan D A D G B E.
Een gitarist als Jimi Hendrix stemde bijvoorbeeld altijd alle snaren een halve toon lager en de stemming wordt dan:
E♭ A♭ D♭ G♭ B♭ E♭. dit is ook een stemming die je nogal eens in (symfonische) rockstukken
tegenkomt.
Zo spelen bands als Alice in Chains en Deftones geregeld in Drop D♭ (D♭ A♭ D♭ G♭ B♭ E♭).
Let wel op: dit is Drop D waarbij alle snaren vervolgens nog een halve toon lager gestemd zijn. In de hardere muziekgenres wordt
weer gretig gebruikgemaakt van Drop C. Hetzelfde principe, maar dan nóg een halve toon lager: C G C F A D.
En dan zullen we het maar niet over alternatieve stemmingen hebben die op 7 of 8-snarige gitaren mogelijk zijn.
In ieder geval: sommige stemapparaten hebben een wijzer, en anderen hebben weer lampjes op hun display. Meestal is een wijzer
prettiger tijdens het stemmen, maar deze variant is over het algemeen wel wat duurder.
Een Laatste tip met betrekking tot stemapparaten: test ze uit vóór je ze koopt, dit kan als het goed is gewoon in
de winkel.
Stemmen op het gehoor
Je kunt je elektrische gitaar op gehoor stemmen met behulp van een referentietoon. Vaak is het gemakkelijk om een snaar van je
gitaar te gebruiken als referentietoon, je moet dan wel zeker weten dat de snaar die je gebruikt als referentie goed staat
gestemd.
Gebruik bijvoorbeeld de lage E snaar om je gitaar te stemmen (standaard stemming E A D G B E). Dit doe je door met je vinger op de E snaar
omhoog te bewegen tot je bij de eerstvolgende noot komt van de stemming, in dit geval dus de A (5de fret van de lage E).
Dit herhaal je voor elke snaar, dus:
De A snaar stemmen kan vanaf de 5e fret op je (lage) E snaar.
De D snaar stemmen kan vanaf de 5e fret op je A-snaar.
De G snaar stemmen kan vanaf de 5e fret op je D snaar.
De B snaar stemmen doe je vanaf de 4e fret op je G-snaar.
En tot slot de E snaar stem je vanaf de 5e positie op je B-snaar.
Je kunt ook een clip-on tuner gebruiken, dat is ook een soort stemapparaat, zie de afbeelding. Het wordt gekenmerkt door een compact formaat, een
heldere display en een bevestigingsklem aan de achterzijde.
Er zit een vibratiesensor ingebouwd die de trillingen van je instrument oppikt, en deze doorstuurt naar het stemming-circuit.
Het grote voordeel ten opzichte van een tuner die gebruikt maakt van een microfoon om de toon op te vangen, is dat je een
clip-on kunt gebruiken in een lawaaierige omgeving. Ideaal als er al een band aan het spelen is, of als er veel rumoer in de zaal
is.
Clip-on tuners zijn een populaire keuze van muzikanten die vaak op pad zijn. Geen wonder, want het apparaatje neemt amper ruimte
in en is daardoor uiterst praktisch. Bovendien vallen ze vrijwel niet op, dus je kunt ze tijdens een optreden gewoon op je
instrument laten zitten.
Gitaareffecten
Een gitaareffect is een geluidseffect dat het geluid van je gitaar op een bepaalde manier vervormt of verandert.
Gitaareffecten zijn er in vele soorten en maten. Bekende effecten zijn bijvoorbeeld overdrive, distortion, delay en wah-wah.
Om wat meer duidelijkheid te scheppen over wat gitaareffecten precies zijn, hebben we hieronder een soort categorisering
gemaakt. Het onderstaande is niet als een uitputtende uitleg bedoeld, maar we willen hiermee vooral duidelijk maken wat
voor effecten er zijn, en wat deze effecten zoal kunnen doen.
Oversturing
Een eerste categorie van effecten is de categorie van de oversturing. De veelgebruikte effecten distortion, fuzz en overdrive
behoren tot deze categorie.
Deze effecten versterken het signaal van je gitaar zodanig, dat je versterker niet meer het exacte geluid dat je speelt kan
nabootsen maar begint te "oversturen". Dit is iets dat gitaristen vroeger bereikten door hun buizenversterkers veel te
hard te zetten. Nu gebruikt men vaak pedaaltjes om dat overstuurde geluid te creëren.
Je kunt oversturing (Distortion, Overdrive) het beste omschrijven als een ruiger, scheurend, warmer en vetter geluid.
Effecten uit deze categorie worden in allerlei verschillende muzieksoorten gebruikt, zei het in meer of mindere mate.
Bij metal zal een grotere oversturing worden gebruikt dan in de gemiddelde popsong. Maar van metal, shred, punk, rock, blues
tot pop, je komt deze effecten overal wel in tegen. Vrijwel iedere gitarist bezit wel een oversturings-pedaaltje, of Stompbox,
zoals deze pedalen in de Engelstalige gitaarliteratuur worden genoemd. We noemen dergelijke pedalen Stompboxes, omdat je ze
aanzet (activeert), door met de voet op het pedaal te "stompen"/trappen.
Bij de keuze van een Distortion, Overdrive of Fuzz stompbox gaat het er vooral om, welke stijl dat je wilt spelen. Sommige
stompboxes produceren een meer subtielere Overdrive dan anderen, omdat ze met behulp van complexe electronica het natuurlijke
geluid van een overstuurde buizenversterker (Tube Amplifier), natuurgetrouw nabootsen.
Andere Distortion Stompboxen geven een bijna gewelddadige geluidsvervorming, wat je in Heavy Metal, Death Metal, Trash Metal en Symfonische
Metal vaak hoort.
Tijdgerelateerd
Een andere categorie effecten zijn de effecten die betrekking hebben op het element tijd. Tot deze categorie behoren de effecten
"delay", "echo" en "reverb".
Bij delay-effecten wordt hetgeen je zojuist gespeeld hebt, opnieuw herhaald. Je kunt zelf instellen hoeveel tijd er moet zitten
tussen de herhalingen, en hoe vaak je wilt dat hetgeen je gespeeld hebt, herhaald wordt.
Het echo-effect doet eigenlijk precies wat de naam zegt, je creëert daarmee een echo van hetgeen je aan het spelen bent.
Met reverb-effecten wordt het resonerende/weerklinkende geluid geÏmiteerd dat je krijgt als je in een grote ruimte
zou staan te spelen, bijvoorbeeld een groot theater, of een concertzaal.
Je zou denken dat Echo en Reverb hetzelfde zijn, en het klopt zeker dat ze een aardige overlap met elkaar hebben, maar er zijn
wel degelijk verschillen. Bij echo moet je meer denken aan wat er gebeurt als je in de bergen staat en schreeuwt. Je hoort een
echo, je hoort nog een keer wat je zojuist hebt geschreeuwd. Bij reverb gebeurt dat niet, maar moet je bijvoorbeeld denken aan
schreeuwen in een concertzaal. Je hoort dan nog een keer niet het geluid dat je hebt gemaakt, maar wat je hoort is meer een
soort (na)galm.
Nu zou je misschien denken dat Echo en Delay dan weer hetzelfde zijn, maar daar zit ook weer een verschil tussen.
Echo-pedalen zijn gericht op het natuurlijke echo-geluid dat je bijvoorbeeld in de bergen tegen zou komen (wat we net hebben
besproken), terwijl delay-effecten veel verder gaan.
Je kunt met delay-pedalen veel complexere onnatuurlijke en kunstmatige geluiden maken.
Deze effecten worden, net als de oversturings-effecten, ook in veel verschillende muzieksoorten gebruikt. Zo komen ze voor in
hard rock, maar bijvoorbeeld ook in country muziek.
Overige effecten
Er zijn legio andere effecten, die andere dingen doen dan oversturing of iets met het element tijd, en er zijn wel meerdere
categorieën te bedenken waar die dan in zouden passen, maar dat werkt naar onze mening eerder verwarrend dan verhelderend.
Daarom kiezen we ervoor deze effecten te scharen onder de noemer "overig".
Een veelgebruikt effect dat bijvoorbeeld in deze categorie zou vallen is het wah-effect. Met een Wah-pedaal, ofwel
"Wah-Wah"-pedaal, kun je een geluid creëren dat klinkt als, tja .. "Wah-Wah".
Een heel bekend voorbeeld hiervan is het intro van "Voodoo Child (Slight Return)" van Jimi Hendrix.
Een ander veelgebruikt effect dat tot deze categorie behoort is het chorus-effect. "Chorus" is het Engelse woord voor
koor, en dit effect doet precies wat zijn naam zegt. Het laat je gitaarspel klinken alsof er 2 gitaren "in koor"
aan het spelen zijn. Niet alsof 2 gitaren perfect gelijk spelen, maar de een net iets langzamer dan de ander, net als wanneer
je een koor hoort zingen.
Een bekend voorbeeld hiervan is de main riff uit "Come As You Are" van Nirvana.
Multi-Effect pedalen
Een ander soort effectpedalen zijn de zogenaamde multi-effect pedalen. Dit zijn pedalen, of eigenlijk panelen, waarin veel
effecten zijn ingebouwd. Op zo’n paneel zitten dan meerdere pedaaltjes die je met de voet kunt bedienen. Je kunt zelf instellen
welk effect die verschillende pedaaltjes genereren, en daarbij kun je dan kiezen uit een scala aan verschillende effecten.
Een voorbeeld van een multi-effect pedaal zie je hierboven. Dit is een Boss ME-80, die maar liefst 59 verschillende effecten
heeft.
Een groot voordeel van een multi-effect pedaal is dat je in één keer heel veel effecten tot je beschikking hebt.
Je hoeft dus niet een plank (Pedalboard) te maken vol met losse stompboxes.
De moderne multi-effectpedalen kunnen via een USB aansluiting verbonden worden met je computer zodat je met DAP-software (Digital
Audio Processing) effecten kunt opnemen, mengen, bewerken etc.
Op een multi-effect pedaal zullen alle effecten van één merk zijn, namelijk van het merk dat dat specifieke pedaal
heeft gemaakt. Wil je dus bijvoorbeeld graag een distortion van het merk Boss, een Delay van het merk Ibanez en een Wah-pedaal
van het merk Dunlop (de befaamde "Cry Baby") gebruiken tijdens het spelen, dan kun je er beter voor kiezen die
effectpedalen los aan te schaffen.
Je ziet hiernaast een afbeelding van een nieuwe generatie multi-effect pedalen, kleiner en compacter dan de multi-pedalen
zoals je hierboven zag. Deze zogeheten Modulation Boxes geven je, met behulp van complexe electronica, een overvloed aan zogeheten
modulatie-sounds, dus effecten die het geluid qua oversturing, tijdgerelateerd, toonhoogte, toonvorming etc., aanpassen.
Tegenwoordig zijn deze Modulation Boxes in staat om zelfs het geluid van versterkers als Orange, Vox, Fender, Marshall en Mesa Boogie te
imiteren, of het nu buizenversterkers zijn (opgebouwd met elektronenbuizen, de "Tube Amplifiers"), Solid State Amplifiers, de transistorversterkers,
of de Hybrids, versterkers die verschillende technieken combineren.
Met de geavanceerde software die in de Modulation Boxes zit, staan je ontzettend veel instelmogelijkheden tot je beschikking. De
Modulation Box hiernaast levert 12 verschillende modi, waarbij elke modus aangepaste bedieningselementen bevat,
die een verregaande klankvormgeving vanaf het paneel mogelijk maken.
Door dit soort Modulation Boxes met je computer te verbinden, kun je zelfs update-software voor je Box van de website van de
fabrikant halen.
Effecten op de gitaarversterker
Er zijn een aantal verschillende soorten gitaarversterkers, we hebben ze hierboven al even genoemd. Het verschil zit hem niet alleen in de techniek, maar ook in de uitvoering.
Elke gitaarversterker heeft een aantal eigenschappen met bijhorende voor- en nadelen. In totaal zijn er wel meer dan 10 varianten
gitaarversterkers. Denk hierbij aan elektrische gitaar versterkers, maar ook de versterkers voor de akoestische gitaren.
De modeling versterker staat ook wel bekend onder de naam digitale versterker. Je kunt stellen dat een modeling versterker wel
iets heeft van een transistorversterker. In beide versterkers komen namelijk transistoren voor.
Een groot verschil met een standaard transistorversterker is, is dat een modeling versterker de bekende luidsprekermogelijkheden
in gitaarversterkers simuleert door deze te modelleren (nabootsen).
Er zijn veel gitaarversterkers in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een "combo versterker"
aan te schaffen. Dit is een combinatie van speaker en versterker in één. Door zijn compactheid is het één
van de meest populaire elektrische gitaarversterkers voor het oefenen en maken van opnames.
Als de combo daarnaast ook nog modelling functies heeft, zoals je hierboven ziet bij de BOSS (Katana) 100 MK II versterker,
dan ben je eigenlijk voorzien van 5 verschillende versterkers. Je ziet op het paneel dat er 5 verschillende versterktypes worden
nagebootst (Acoustic, Clean, Crunch, Lead en Brown), terwijl er daarnaast nog eens Stomp Box effecten zijn toegevoegd als
Booster, Delay en Reverb. En dat alles in één versterker.
Beluisteren van gitaareffecten
Onderstaand kun je een aantal populaire gitaareffecten beluisteren. Veel hangt echter af van de manier waarop je een effect
instelt. Daarnaast is het belangrijk met welke gitaar dat je speelt, welke snaren je gebruikt, welke gitaarversterker, wat je
individuele speelstijl is, enz.
Overdrive
Het effect van een overstuurde buizenversterker. Je hoort hier verschillende gradaties van overdrive, waarbij akkoorden herkenbaar blijven.
Distortion 1
Milde distortion, vanaf 17 sec sterkere distortion.
Distortion 2
Behoorlijk heftige distortion. Met zo'n zware vervorming kun je bijna alleen nog single-lines of power chords spelen. Akkoorden worden vrijwel onherkenbaar.
Distortion (Metal)
Zware distortion met veel bas en hoog. Vanaf 31 sec meer midden en minder bas en hoog.
Fuzz
Eerst clean, dan met sterke fuzz. Een opzettelijk duister klinkende distortion, agressieve sound met veel intermodulatie vervorming.
Ringmodulator
Begin: zonder effect, daarna met ringmodulator. Afhankelijk van de instelling wijzigt de sound. Er ontstaan sterke vervormingen (intermodulatievervormingen) die anders klinken naar gelang de toon of het akkoord dat je speelt.
Wah-Wah
Klassieke Cry Baby Wah met distortion en delay (en met de typerende klassieke ruis).
Chorus No. 1
Klassieke chorus-sound.
Chorus No. 2
Stereo chorus voor een "breed" geluid. Vanaf 27 sec. met overdrive.
Flanger
Flanger met een overdrive gecombineerd. Redelijk wat feedback, voor een "straaljager"-effect. Vanaf 18 sec. met nóg meer feedback. Vanaf 30 sec. met clean-akkoorden, en weinig feedback voor een chorus-achtig effect.
Phaser
Verschillende toepassingen van een phaser.
Digital Delay
Een echo-effect, in het begin met distortion (en whammy bar van de gitaar). Vanf 16 sec clean, met een heel korte delay. Vanaf 24 sec: korte delay met een sterke feedback, voor een "robot"-achtig geluid.
Looper
Feitelijk een digital delay met extra veel opslagruimte (extreem lange delaytijd) en wat extra opties: je kunt met een voetschakelaar op elk moment het opnemen starten en stoppen.
Stereo Delay
Ping-pong delay, van kanaal naar kanaal. Vanaf 14 sec timed delay: in het tempo. Vanaf 18 sec: reversed delay: herhaling achterstevoren.
Reverb/Delay
Reverberation (=galm) effect. Vanaf 13 sec: galm plus echo (delay). Vanf 27 sec. korte galm.
Pitch Shifter/Whammy
Pitch shifter met een oktaaf er boven. Let op het verschil in klank met een octaver, waar je maar 1 toon tegelijk op kunt spelen. Vanaf 15 sec: intelligente pitch shifter. Vanaf 29 sec: pitch shift pedaal of "whammy" pedaal.
Intelligent Pitch Shifter
Deze is intelligent omdat hij de toegevoegde toon (een terts) automatisch aanpast aan de ingestelde toonsoort. Een normale shifter pakt altijd hetzelfde interval. Combinatie met distortion.
Multi Effect
Twee verschillende presets van een multi-effect apparaat. Hiermee kun je combinaties en instellingen van effecten programmeren en in geheugens vastleggen om snel te kunnen switchen tussen sounds.
Shimmer
Een combinatie van chorus, galm en een pitch shifter ingesteld op 1 oktaaf omhoog met feedback. Het geoktaveerde geluid wordt dus weer terug gevoerd naar de ingang van de pitch shifter, zodat er meerdere oktaven klinken.
Compressor
Je hoort dat de harde geluiden (aanslag) qua volume "in elkaar worden gedrukt". Zo krijg je meer "sustain" en wordt het geluid qua volume egaler, maar de dynamiek wordt minder. Vanaf 35 sec komt er een chorus bij.
Tremolo
Een snelle variatie in het volume, niet te verwarren met vibrato (variatie in toonhoogte). Verschillende diepte-instellingen: vanaf 17 sec. dieper en sneller.
Octaver
Voegt oktaven onder of boven de gespeelde toon toe. Begin: overdrive met een toon 2 octaven er onder. Vanaf 7 sec: clean geluid met een oktaaf er boven, vanaf 14 sec: overdrive met een oktaaf er onder.
12 String
Dit effect laat een 6-snarige gitaar klinken als een 12-snarige gitaar door er een hoger oktaaf aan toe te voegen. Verwacht geen wonderen. Het effect schakelt in op 15 seconden vanaf het begin.
Synthesizer
Sommige gitaren hebben een aansluiting voor een gitaarsynthesizer. Anders kun je op een gewone gitaar een speciaal "hexafonisch" element erbij zetten dat van elke snaar apart het geluid aan de gitaarsynthesizer doorgeeft.
Bitcrusher
Een extreem soort vervorming, opgewekt door het geluid bewust te digitaliseren met een te laag aantal bits en/of een te lage sample frequentie. Lijkt qua geluid wel wat op een ringmodulator.
bronnen: Maran Illustrated, Tipboek Akoestische Gitaar, Guitar All-In-One for Dummies, gitaaronderdelenshop.nl, Online Muziek Academie, Bax Music, Online Muziekschool,
Long & McQuade, InstrumentPassie.nl, InsideAudio.net, GitaarGabber.NL, Pop School Maastricht.