Basgitaar speeltechniek



De basgitaar op de juiste manier gebruiken



Het is belangrijk om op de juiste manier de basgitaar correct vast te houden. Als je je bas niet goed vasthoudt, kan dit verschillende vervelende gevolgen hebben, waaronder het vertragen van je leerproces en zelfs het veroorzaken van blessures.

Om te beginnen is het belangrijk te weten hoe je het gewicht van je gitaar goed kunt verdelen en je comfortabel te voelen terwijl je de bas daadwerkelijk om je nek hebt hangen, of op je schoot speelt. Zie het als het aanleren van een noodzakelijke gewoonte. We zullen kijken hoe je je bas correct kunt omhangen met behulp van een riem en hoe je de juiste speelhoek en de gewenste hoogte van de bas kunt bepalen, wat je weer ondersteunt met de toegankelijkheid van het fretboard (de toetsen) en je uithoudingsvermogen. We beginnen met de zitpositie en gaan dan verder met staand spelen.

De basgitaar gebruiken in zittende positie

Je hebt een comfortabele stoel of gitaarkruk nodig, zonder armleuningen, zodat je vrij kunt bewegen. Een andere belangrijke zaak is in de gaten te houden hoe je zithouding is. Door een goede houding aan te houden tijdens het spelen van de bas, voorkom je dat je te snel vermoeid wordt, of (hand en arm) blessures oploopt.

Je moet een goede houding aannemen met je schouders naar achteren, terwijl een ander belangrijk aspect is, tijdens het zitten de voet die de body van de bas ondersteunt, iets te verheffen. Hierdoor creëer je als het ware een soort basis beensteun en je kunt beter bij de toetsen van de basgitaar. Als je de gitaarnek te horizontaal houdt, kan het lastig worden om de lage tonen te grijpen, doordat de toetsen buiten bereik van je vingers raken.

De afbeeldingen hierboven laten de zithouding zien met gebruik van een voetenbankje of voetensteun (systeem komt oorspronkelijke uit de klassieke muziek), de basgitaar laten rusten op het linkerbeen tegen het rechterbeen aan, of de meest gebruikelijke houding, de basgitaar op het rechterbeen positioneren.

Nog even de belangrijkste punten voor een zittende speelhouding samengevat:


De basgitaar staand spelen

Het meest essentiële aspect van stand spelen en het goed vasthouden van de bas, is het gebruik van een riem (Engels: strap). De riem neemt de spanning van je handen weg, zodat je handen gefixeerd zijn op het spelen van de basgitaar. Een andere goede reden waarom een riem zo belangrijk is, is dat het de bas in één positie houdt, waardoor onnodige aanpassingen tijdens het spelen, aan je staande houding niet noodzakelijk zijn.

Een volgende belangrijke stap is het uitzoeken van de hoek en de hoogte van de bas. Dit maakt voor het basgitaar spelen een aanzienlijk verschil. De hoek en hoogte van de bas moeten naar wens worden aangepast en je moet zien of je jezelf comfortabel voelt met het kunnen grijpen van de toetsen en de manier waarop je speelhand op de body van de basgitaar rust.

Een riem kan losschieten, met alle nare gevolgen van dien als de basgitaar op de grond valt. Veel bassisten kiezen voor extra zekerheid en gebruiken zogeheten "strap locks", of gebruiken een gitaarband met geïntegreerde strap locks. Geen zin in installatiewerkzaamheden aan je basgitaar? Gebruik dan "strap blocks" (met een b).
Een goede tip voor het instellen van de lengte van je draagriem (als dit ten minste mogelijk is), is dat je gaat zitten zoals we hierboven hebben uitgelegd. Maak de riem vast aan je gitaar, en maak nu de gitaarband zó kort dat de bas nét boven je bovenbeen zweeft. Daarna kun je gaan staan. Houd daarbij je rug recht.

Ga je spanning in je handen voelen, dan hangt de riem te laag. Zet hem wat hoger, pauzeer even en ga weer verder.



Vingers plaatsen



Fretting is het vasthouden van een noot op de hals van de basgitaar. Je fretting hand is dus de hand die die de bassnaren indrukt om de toon te creëren. In veel gevallen zal dat de rechterhand zijn.
Hoewel in principe je duim bij standaard basgitaarspel nooit de snaren raakt, is de duim wel belangrijk voor het bewegen van je fretting hand over de snaren. De duim is een soort scharnierpunt voor de andere vingers die je gebruikt om de snaren te bespelen.

Vaak zul je in de verleiding komen om je duim over de rand van de hals heen te leggen, dit maakt het echter moeilijker om goed te fretten met je andere vingers. Zorg ervoor dat je duim altijd op de achterkant van de gitaarhals rust. Je gitaarspel en de beweeglijkheid van je andere vingers van de fretting hand profiteren enorm van de juiste plaatsing van de duim.
Daarnaast moet je ervoor zorgen dat je pols recht blijft. Als oefening kun je je vingers over de snaren bewegen, zonder daadwerkelijk een toon aan te slaan.
Eerst draai je je hand naar links terwijl je de duim op zijn plaats houdt, en daarna verplaats je de vingers naar rechts. Probeer te wennen aan het gevoel van je vingerbewegingen gesteund door de vaste positie van de duim.

De duim van je speelhand (de linkerhand) kun je laten rusten op het (middel-ste) element (pick-up), en liefst zo licht mogelijk. Dit is de beginpositie waar we straks wat meer over gaan vertellen.
De snaren worden "geplukt" met de wijsvinger en de middelvinger. Dus de eerste toon van een baslijn met de wijsvinger, de volgende toon met de middelvinger, de toon daarna weer met de wijsvinger enzovoorts. Erg belangrijk om goed aan te leren: maak geen klauw om stevig te kunnen plukken. Het is namelijk niet nodig om de snaren hard omhoog te trekken, laat je volumeknop het werk doen wat betreft het geluidsniveau. Gewoon de snaren licht in beweging brengen. Alleen als de klankkleur naar je smaak wat te flauw is, kun je proberen iets harder te plukken.

Het "twee-vinger" plukken-systeem is het meest gebruikelijk in het basspel. Er zijn echter ook gitaristen, zeker die welke een klassieke opleiding achter de rug hebben, die drie- of zelfs vier vingers, én de duim, gebruiken. Als je dat niet gewend bent, vereist dat nogal wat training.

We hebben zojuist gezegd dat het goed is om te beginnen met de duim op het middelste element. Wil je echter een wat "scherper" geluid hebben, wat wellicht beter bij je speelstijl past, zet de duim dan op het brugelement (het element dat het dichtst bij de brug is geplaatst). Voor een "vollere" klank plaats je de duim op het uiteinde van de toets.
Als je je duim wilt neerzetten op een plek waar geen ondersteuning van een gitaarelement aanwezig is, kun je eventueel een duimsteun plaatsen.

Dempingstechnieken

Het is bij het spelen van een basgitaar extra belangrijk om andere snaren niet per ongeluk mee te laten trillen. De tonen van een bas zijn namelijk erg laag en als meerdere snaren tegelijk trillen, klinkt dat bijzonder rommelig. Demp daarom altijd de snaren die je niet gebruikt. Hier heb je vaak beide handen voor nodig. Het duurt even voor je het onder de knie hebt, maar dan heb je straks wel een mooie cleane sound.
Belangrijk: oefen de techniek voor linkerhand en rechterhand apart. We beginnen met de dempingtechniek (Engels = muting) van de rechterhand (de speelhand).

Bespeel je de E-snaar, zet dan je duim heel licht op het middelste element, zoals we daarnet zeiden. Het gaat erom dat je op deze manier een vaste plaats hebt voor je vingers. Het is dus niet nodig om op het element te hangen of te duwen. Want denk eraan: meer kracht op je duim = minder kracht beschikbaar voor de andere vingers. Er hoeft niet gedempt te worden als je de E-snaar bespeelt, want dat doet de linkerhand al (daar vertellen we straks meer over).

Bespeel je de A-snaar, dan zet je de duim op de E-snaar. We zeggen het nog een keer: héél licht erop zetten, hij mag bijna zweven. Doordat je duim tegen de E-snaar komt, wordt deze gedempt en zal hij niet per ongeluk mee gaan trillen.

Bij het bespelen van de D-snaar zet je je duim op de A-snaar. Laat hierbij de zijkant van je duim tegen de E-snaar rusten. Op die manier demp je twee snaren tegelijk: de A-snaar wordt gedempt doordat je deze als steunpunt gebruikt en de E-snaar wordt gedempt doordat de zijkant van de duim hier tegenaan ligt.

Nu zet je de duim op de D-snaar. Dit werkt weer hetzelfde als hiervoor, maar nu rust de zijkant van je duim tegen de E en A-snaar.

Als je met je fretting hand gaat dempen (meestal de linkerhand), dan zou je als volgt te werk kunnen gaan:



Als je op het internet gaat kijken, dan zul je zien dat er verschillende basgitaar-demptechnieken voor de rechterhand (de speelhand) en de linkerhand (de fretting hand) bestaan. Welke de enige echte of de enigst juiste is, kunnen we je niet vertellen. Er zijn genoeg bassisten die fantastisch bas spelen met de ene techniek, maar ook genoeg bassisten die het geweldig goed doen met een andere.



Spelen met een plectrum



We hebben er in deze module voor gekozen om de vingertechniek te laten zien, in plaats van spelen met een plectrum ("pick"). De vingertechniek wordt namelijk het meest gebruikt en levert het meest standaard basgeluid op.
Toch is de plectrumtechniek ook prima bruikbaar. Het geeft een wat puntiger geluid, wat goed past bij bijvoorbeeld rock en metal. Verder vinden beginnende bassisten het vaak makkelijker om snel te spelen als ze een plectrum gebruiken. Maar uiteindelijk kun je met je vingers even snel leren spelen. Als je een plectrum gaat gebruiken is het belangrijk is dat je het plectrum op en neer beweegt over de snaar ((dit noemen we "alternate picking"), en de beweging soepel vanuit je pols maakt. Het moet er uit zien alsof je een lucifer uitslaat.

Hierdoor verandert wel je dempingstechniek. Die begint nu veel meer te lijken op de muting technieken zoals je die gebruikt op een normale electrische gitaar. De afbeelding hiernaast laat zien hoe je de zijkant van de rechterhand tegen de snaren legt om deze te dempen. Let op: je moet natuurlijk niet de snaar dempen waarop je speelt (tenzij je een gedempte klank wil maken als effect).

Dikke plectrums heb je voor gitaar en voor basgit-aar. Voor gitaar is een "dik" plectrum 0.96mm of 1.2mm dik. En voor basgitaar 1.5mm (of eventueel nog dikker). Deze plectrums zijn met name geschikt om snaren los aan te slaan.
Beginners op de basgitaar wordt vaak aangeraden een standaard plectrum van het materiaal delrex in de dikte "heavy" te gebruiken.

Om het plectrumgebruik nog wat nader voor het voetlicht te brengen, hebben we een video van de Mart Jeninga Academy gebruikt (klik hier om zijn online academy te bezoeken), waarin hij de manier van vasthouden van een plectrum, en het alternate picking systeem, uitlegt.
Het is de moeite waard om de Online Academy van Mart Jeninga te bezoeken. Hij stelt gratis een heleboel interessante instructiefilmpjes ter beschikking, levert een heleboel interessante en informatieve blogs, en heeft een geweldige e-learning omgeving. We hebben het al vaker gezegd, onze website kan je heel veel theoretische informatie leveren, maar je leert pas echt gitaarspelen als je een tijdje lessen volgt.



Akkoorden en arpeggio's



Als bassist spelen we meestal enkelvoudige noten en houden we de groove in het muziekstuk vast, maar het is ook erg belangrijk om akkoorden en arpeggio's op de bas te leren zodat je melodische baslijnen kunt spelen. Als we in een band spelen moeten we kunnen horen welke akkoordtypen de rest van de muzikanten speelt, om daarbij een complementaire baslijn te creëren. Kennis van de toetsen op de je hals, en weten waar alle noten op de snaren worden gespeeld, tilt je basspel naar een heel nieuw niveau en geeft je ongekend meer speelvrijheid. Het helpt ook zeker om toonladders zowel horizontaal als verticaal over de hals te spelen. Het combineren van toonladders, akkoorden en arpeggio's is een bijzonder krachtig hulpmiddel voor het schrijven van liedjes, improviseren en het spelen van solostukken.

Een arpeggio is een "gebroken" gespeeld akkoord waarbij de noten individueel worden gespeeld, en niet allemaal tegelijk in één strum. Onderstaand zie je een voorbeeld, waarbij je in de eerste maat een G akkoord ziet, en in de tweede maat zie je hoe het akkoord op een basgitaar als een arpeggio wordt gespeeld. Daarbij wordt het akkoord niet in één keer gestrumd of geplukt, maar worden de noten individueel gespeeld.


Hierboven zie je, dat arpeggio’s in feite akkoorden zijn, waarvan de tonen los van elkaar worden gespeeld. Een arpeggio noemen we in het Nederlands een gebroken akkoord. Het G-akkoord bijvoorbeeld, bestaat uit de tonen G – B – D. Wanneer een gitarist of toetsenist het G-akkoord speelt, dan klinken deze drie verschillende tonen over het algemeen tegelijk. Maar meerdere bastonen tegelijk klinkt meestal niet zo lekker, en past ook niet goed bij de muzikale rol van de bas.

Gebruik de grondtoon

Het belangrijkste voor een bassist is om de bastoon van een akkoord te kunnen spelen. De bastoon is de laagste toon die wordt gespeeld en is heel bepalend voor de klankkleur van het akkoord. Heel vaak is de bastoon de grondtoon (Engels: root note) van het akkoord. We verwijzen daarvoor naar de websiteonderdelen MUZIEKTHEORIE | TOONLADDERS en MUZIEKTHEORIE | AKKOORDENTHEORIE. Voor het G akkoord hierboven is de grondtoon de G.

Alleen maar de bastonen spelen die in het akkoordenschema staan wordt al snel heel erg saai. Arpeggio’s zijn daar een perfect hulpmiddel bij. Heb je de tonen van bijvoorbeeld de G majeur-arpeggio goed in de vingers, dan weet je altijd hoe je goed klinkende tonen moet spelen wanneer er een G majeur-akkoord in het akkoordenschema staat. Immers: een arpeggio bestaat uit de tonen van het akkoord en zal dus altijd goed samenklinken met bijvoorbeeld het door de gitarist gespeelde G akkoord.

De grondtoon blijft de basis. Wanneer het akkoordenschema G vermeldt, kun je er het beste van uitgaan dat je begint op de G. Moet er meerdere maten achter elkaar het G-akkoord worden gespeeld, zorg dan dat je op belangrijke accenten steeds terugkeert op die G-toon (bijvoorbeeld telkens op de eerste tel van de maat).
Daar tussenin kun je ook experimenteren met andere akkoordtonen; in dit geval kun je variëren tussen G, B en D. Dat lijkt op het eerste oog wat weinig, maar je zult ervan versteld staan hoeveel totaal verschillende baspartijen je kunt maken met slechts drie tonen. Dat lukt al door herhaling van bepaalde tonen en het aanbrengen van de nodige ritmische variaties.

We laten je hiernaast eerst de noten op de hals van de basgitaar zien. Zoals je weet is een octaaf op de gitaar (ook de basgitaar) 12 fretten, dus voor fret 13 tot en met 24 kun je hetzelfde rijtje vanaf de eerste fret weer herhalen. Je weet uit je muziektheorie ongetwijfeld nog, dat het notenschrift enharmonische tonen bevat. Dat zijn tonen die exact hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden.
Dat betekent dat een C♯ gelijk is aan een A♭, een D♯ gelijk is aan een E♭, een F♯ gelijk is aan een G♭, enzovoorts. Als je dit niet helemaal duidelijk is, bestudeer dan nog een keer het website onderdeel MUZIEKTHEORIE | TOONLADDERS.

Majeur akkoorden en arpeggio's

Basis majeur akkoorden worden gevormd met de grondtoon (root), majeur terts en perfecte kwint. Deze kun je allemaal terugvinden op de gitaarhals van je basgitaar. We gebruiken als voorbeeld akkoorden in de toonsoort A. uit alle noten waaruit deze toonsoort bestaat, kunnen we vier bruikbare akkoordvormen nemen, die over alle vier de snaren van de basgitaar gaan.
Dit zijn Shapes (zie MUZIEKTHEORIE | CAGED & SOLO'S), die je in iedere willekeurige toonsoort kunt gebruiken (daarover straks meer). Er zijn twee grondtoon (root note) Shapes, en twee inversie-Shapes. Een inversie of omkering betekent dat je de positie van de terts en de kwint ten opzichte van de grondtoon verandert, maar nog steeds dezelfde tonen blijft gebruiken als in het oorspronkelijke akkoord. Uiteindelijk is het belangrijk dat je de twee grondtoon Shapes leert gebruiken. Je ziet beide root-Shapes hiernaast staan, en dan als A akkoord, omdat de grondtoon, de A, op de 5de fret van de E snaar ligt, en we het akkoord daarmee beginnen.

Dit zijn een verschuifbare (Engels: moveable) Shapes. Als je de grondtoon ergens anders op de E snaar pakt, krijg je een ander akkoord, maar de Shape blijft hetzelfde. Hiernaast zie je dat je een B akkoord speelt als je de grondtoon A naar de 7de fret van E snaar opschuift, waardoor de grondtoon een B wordt. Op de 8ste fret krijg je dus een C akkoord, op de 9de fret een C♯ (of D♭) akkoord, op de 10de fret een D akkoord, enzovoorts.
Onderstaand zie je een overzicht van de 2 majeur Shapes voor majeur akkoorden op de basgitaar, en we hebben er nog één voorbeeld van een inversie (omkering) Shape bijgedaan. Bij de inversie zie je dat je de lage E snaar niet gebruikt.


Er zijn nog vele meer Shapes en inversies denkbaar, dan we hierboven hebben laten zien. Voor een eerste melodische akkoordbegeleiding van de rest van de musici in de band, zijn deze Shapes, en met name de Shapes gebaseerd op de grondtoon, prima geschikt. Gebruik je een programma als de "Guitarator Toolbox" (wij gebruiken dat voor onze akkoorddiagrammen op de website), dan krijg je nog veel meer mogelijke Shapes. Onderstaand zie je de Shapes die bij een C akkoord horen, inclusief een aantal inversies. Dit zijn dus 15 verschillende manieren om het C akkoord op de basigtaar te spelen.


Met een beetje oefening krijg je het arpeggio spelen van deze Shapes snel onder de knie, en kun je adequaat de band ondersteunen. We geven je onderstaand, als oefenmateriaal, een aantal arpeggio's in tabulatuurvorm. De voorbeelden maken inzichtelijk dat je met arpeggio's prachtige muzikale ideeën op je basgitaar kunt bedenken.


Mineur akkoorden en arpeggio's

Het zal je wel duidelijk zijn: net als dat er Shapes voor majeur akkoorden bestaan, zijn die er ook voor de mineur basgitaar-akkoorden.

Deze mineur Shapes wijken niet bijzonder van de majeur shapes af. Hiernaast zie je de A mineur Shapes, en als je die vergelijkt met de twee grondtoon Shapes van de majeur akkoorden die we hiervoor hebben behandeld, zie je dat er maar 1 noot verschuift (in beide gevallen de noot op de G snaar). Ook deze Shapes kun je weer op- en neerschuiven over de hals, om alle ander mineur akkoorden te spelen.

Hiernaast zie je een aantal mogelijke inversies van het A mineur akkoord. De eerste twee inversie-akkoorden gebruiken de terts (de C noot) als grondtoon, de andere twee inversies hebben als grondtoon de kwint gekregen (de E noot).


Overige akkoord Shapes

We geven je nu een aantal andere akkoord Shapes voor de basgitaar, waarbij we een of twee op de grondtoon (root note) gebaseerde Shapes laten zien, eventueel met inversies. Ook voor alle onderstaande akkoorden geldt, dat er meerdere grondtoon Shapes en inversies mogelijk zijn. Op het internet vind je heel veel online akkoordengenerators, ook voor basgitaar, en hanteer anders het eerdergenoemde "Guitarator Toolbox" programma.


Verminderde akkoorden
(Diminished chords)
Overmatige akkoorden
(Augmented chords)
10 akkoorden
(10th chords of No5 chords)
zowel majeur als mineur
Uitgestelde akkoorden I
(Suspended 2 chords)
zowel majeur als mineur
Uitgestelde akkoorden II
(Suspended 4 chords)
zowel majeur als mineur
Majeur 7 akkoorden
(Major 7 chords)
Mineur 7 akkoorden
(Minor 7 chords)
Septiem (7) akkoorden
(Dominant 7 chords)
zowel majeur als mineur



Als je een PDF met een compleet overzicht van de akkoorden wilt hebben, waarbij deze gesorteerd zijn in hun meest plezierige ligging om op de gitaarhals te spelen, klik dan hier om het bestand te downloaden.



Majeur en mineur toonladders



Het zal je niet verbazen dat voor het spelen van toonladders ook gebruik gemaakt kan worden van shapes. Ook hier geldt weer, beginnen op de juiste grondtoon. Wil je dus een Shape in de toonladder G spelen, dan start je de Shape op bijvoorbeeld de 3de fret van de E-snaar, de 10de fret van de A snaar, de 5de fret van de D snaar, of de 1ste fret van de G snaar. Hieronder zie je de vijf mogelijke Shapes voor het spelen van een majeur toonladder. We laten ook zien (die truc ken je wellicht al uit de theorie van de 6-snarige electrische gitaar), hoe de Shapes op elkaar aansluiten op de gitaarhals, waardoor je een majeur toonladder volledig over de gehele hals van de basgitaar kunt spelen. De toonladder die is gebruikt in de voorbeelden is G majeur.


De truc met Shapes is welbekend uit de theorie-onderdelen van deze website: voor majeur en mineur toonladders zijn de Shapes uitwisselbaar, dat wil zeggen dat je voor mineur toonladders dezelfde Shapes gebruikt als voor de majeur toonladders, je start echter op een andere positie op de hals, omdat het uitgangspunt nu de grondtoon van de mineur toonladders is. Onderstaand een voorbeeld is gebaseerd op de D mineur toonladder.


Uiteraard kun je de Shapes door elkaar heen gebruiken, de volgorde zoals we die hierboven laten zien, is niet strikt noodzakelijk. In ieder geval één of twee Shapes aanleren om daarmee binnen toonladders een solo te kunnen spelen, is niet verkeerd. En alle vijf de Shapes is natuurlijk top 😃.



Pentatonische majeur en mineur toonladders



Als je niet precies meer weet wat pentatoniek is, en wat het gebruik van pentatoniek voor een toonladder betekent, raadpleeg dan het website onderdeel MUZIEKTHEORIE | CAGED SYSTEEM & SOLO'S. We geven je onderstaand de 5 Shapes voor een majeur pentatonische toonladder in A.


Ook hier zie je weer dat de Shapes elkaar opvolgen en je daardoor in de gelegenheid wordt gesteld om de gehele majeur pentatonische toonladder over de complete hals te kunnen spelen.
Het zal je waarschijnlijk niet verbazen, dat de Shapes voor de pentatonische mineur toonladders hetzelfde zijn, waarbij de grondnoot bepaalt waar je precies in een Shape begint. Onderstaand een voorbeeld in D mineur pentatonisch.


Ook voor zowel de pentatonische majeur als mineur toonladder geldt, dat de Shapes door elkaar heen kunnen worden gebruikt, en dat het handig is om ten minste twee Shapes aan te leren.



Blues toonladder



De blues toonladder is een van de meest gebruikte toonladders, en echt niet alleen in bluesmuziek. De blues toonladder (zowel voor de majeur als de mineur toonladder te gebruiken), is dezelfde toonladder als de pentatonische mineur toonladder, die we zojuist hebben besproken, er komt alleen één extra noot bij, een half-verminderde kwint (Engels: flattened fifth). Deze toon noemen we de "Blue Note", en deze toon produceert de zo bekende bluesy sound. Ook hier zijn weer 5 Shapes denkbaar.


Zoals te doen gebruikelijk: met welke grondnoot je in een Shape begint, bepaalt in welke toonladder je een van de Shapes speelt.



Kerktoonladders



Kerktoonladders (modale toonladders), worden in het Engels "Church modes", of nog korter, "Modes" of "Scales" genoemd. Deze kerktoonladder heten Ionisch, Dorisch, Frygisch, Lydisch, Mixolydisch, Aeolisch en Locrisch. Ze komen oorspronkelijk uit middeleeuwse kerkmuziek (vanaf de 6de eeuw), maar worden heden ten dage ontzettend veel gebruikt, en niet alleen in de klassieke muziek.
Pop, jazz, rock en metal zijn muziekgenres waarin veelvuldig kerktoonladders worden gebruikt om basgitaarharmonieën en (basgitaar)solo's te construeren.
In de rockmuziek van de jaren 80 van de vorige eeuw worden bijvoorbeeld, naast de (pentatonische) majeur en mineur (blues) toonladders, veelvuldig de mixolydische, dorische en harmonische mineur toonladders gebruikt.

Je ziet dus dat er zeven verschillende kerktoonladders bestaan, waarvan je er twee al heel goed kent, namelijk de Ionische kerktoonladder, want dat is de standaard majeur toonladder, en de Aeolische kerktoonladder, want dat is de bekende mineur toonladder.

Wat is precies een kerktoonladder?

De kerktoonladders komen uit de Gregoriaanse kerkmuziek en worden afgeleid van de Majeur toonladder. Een standaard toonladder heeft 12 tonen (een octaaf) zoals je weet. Voor kerkmuziek tot omstreeks het jaar 1000 echter, werden slechts 7 van de 12 tonen gebruikt, en die ken je wel: C D E F G A B.

De kerktoonladders zijn de verschillende ladders die ontstaan wanneer je een majeurtoon-ladder begint te spelen vanaf een andere plek dan de eerste toon. Aangezien er 7 verschillende tonen in de majeurladder zitten (het octaaf, de 8ste noot, dus niet meegeteld), zijn er 7 mogelijke vertrekpunten en dus 7 verschillende kerktoonladders.

Alle ladders bevatten 7 tonen, maar ze klinken allemaal iets anders. Dat komt doordat een toonladder altijd uit halve en hele stappen bestaat, maar deze - afhankelijk van waar je de ladder begint - niet altijd op hetzelfde moment komen. Door die verschillende halve en hele stappen zijn immers de toonafstanden, oftewel de intervallen, ten opzichte van de grondtoon verschillend.
Raadpleeg hiervoor het website onderdeel MUZIEKTHEORIE | TOONLADDERS, en er is een heel uitvoerige Nieuwsbrief Special in 2022 uitgegeven met de titel "Kerktoonladders", die je kunt terugvinden in het website onderdeel PROGRAMMA'S & DOWNLOADS | ONLINE APPS, E-BOEKEN, NIEUWSBRIEF.

We geven je een tabel met genres waarin het gebruik van bepaalde kerktoonladders vertegenwoordigd is.

Naam toonladder Begintoets Noten toonladder Gebruikt in ...
Ionisch C C   D   E   F   G   A   B   C Country & Western, kinderliedjes, pop, jazz
Dorisch D D   E   F   G   A   B   C   D Pop, jazz, (symfonische) rock
Frygisch E E   F   G   A   B   C   D   E Flamenco
Lydisch F F   G   A   B   C   D   E   F Filmmuziek (heeft een wat dreigende klank)
Mixolydisch G G   A   B   C   D   E   F   G Blues, soul, jazz
Aeolisch A A   B   C   D   E   F   G   A Standaard mineur toonladder
Locrisch B B   C   D   E   F   G   A   B Jazz (met verminderde akkoorden)

Kerktoonladders begrijpen, met name de intervalstructuur die bepaalt waar een kerktoonladder precies begint binnen een Shape, is best complex. Als je je daarin wilt verdiepen, lees dan het hierboven genoemde E-boek "Kerktoonladders". We volstaan in dit website onderdeel ermee per kerktoonladder een vijftal Shapes te laten zien, waarmee de kerktoonladder op de basgitaar kan worden gespeeld.

Ionische kerktoonladder
Deze kerktoonladder is gelijk aan de welbekende majeur toonladder.


Dorische kerktoonladder
Deze kerktoonladder wordt ook wel de tweede modus van de majeur toonladder genoemd. Er zit een beetje een mineurachtige tonaliteit in deze toonladder, en deze toonladder wordt veel gebruikt als je over septiem en majeur septiem akkoorden speelt.


Als je goed oplet, zie je dat de Shapes van de Ionische en Dorische toonladder exact gelijk zijn aan elkaar, alleen de grondtoon ligt op een andere positie, dus je begint de Shape op een andere positie te spelen, het blijft echter dezelfde Shape.

Frygische kerktoonladder
Deze kerktoonladder is de derde modus van de majeur toonladder genoemd, maar is een echte mineurtoonladder. Het gebruik van deze toonladder geeft een bveetje een spaans of oosters tintje aan je muziek.


Ook hier zijn de vijf Shapes precies hetzelfde als bij de voorgaande kerktoonladders, en ook hier geldt dat van belang is waar je begint te spelen, gezien de afwijkende positie van de grondnoot waarin deze toonladder begint.

Lydische kerktoonladder
Dit is de vierde modus van de majeur toonladder. De Lydische toonladder is gelijk aan de majeur toonladder met dien verstande, dat de toonladder een verhoogde vierde noot bevat. Daardoor krijgt deze toonladder zijn eigen, unieke geluid.



Mixolydische kerktoonladder
Deze toonladder is de vijfde modus van de majeur toonladder. Door de verminderde mineur 7 noot (Engels: minor flattened seventh note), is deze toonladder goed bruikbaar als er dominant 7 akkoorden worden gespeeld, die dezelfde grondtoon (root note) hebben als de toonladder.



Aeolische (mineur) kerktoonladder
De zesde modus van de majeur toonladder, en deze Aeolische toonladder ken je ook als de (natuurlijke) mineur toonladder. De toonladder is zeer bruikbaar in mineur akkordprogressies.



Locrische kerktoonladder
Deze zevende modus van de majeur toonladder is bij uitstek geschikt om over mineur 7 akkoorden te spelen, gecombineerd met mineur verminderde kwint akkoorden.



84 kerktoonladders met één Shape


Het is mogelijk om met één Shape alle 84 mogelijke kerktoonladders te spelen. Dit voor het geval dat je het met de vijf Shapes die we hierboven hebben behandeld, toch nog te ingewikkeld vind. Deze Shape is gebaseerd op het 3NPS (3-Notes-Per-String) principe, en daarover kun je meer lezen op de website onder MUZIEKGENRES | ROCK. De Shape ziet er uit als hierboven in de afbeelding.

Je ziet dat alle noten van een toonladder voorkomen, hiernaast zie je als voorbeeld de toonladder in E Ionisch (majeur) in deze Shape. Door op de laagste open snaar, de E snaar of de 4de snaar, te beginnen, heb je de toonladder in E Ionisch. Als je deze Shape in B wilt spelen, begin dan op de D snaar (de 2de snaar), 2de fret, zodat de grondtoon B is, en werk dan de Shape naar believen naar boven of naar beneden af.
Om te laten zien dat de Shape op iedere kerktoonladder van toepassing is, zie de voorbeelden in D Ionisch en A Ionisch. Het maakt met deze Shape niet uit welke modus (kerktoonladder) dat je gebruikt, in welke toonsoort dan ook, en of het majeur of mineur is. Deze Shape werkt altijd om een willekeurige kerktoonladder op je hals te positioneren.

We geven je nog een handige tip om te weten waar je in de bovengenoemde Shape moet beginnen. Dat is namelijk wel afhankelijk van de kerktoonladder die je gebruikt. Belangrijk om te weten is, dat de kerktoonladders altijd in dezelfde modusvolgorde worden genoemd, dus: Ionisch, Dorisch, Frygisch, Lydisch, Mixolydisch, Aeolisch en Locrisch. Als je goed naar de grondnoten in de afzonderlijke Shapes per toonladder hebt gekeken, dan zie je dat de grondtoon, met het verschuiven naar een andere modus, ook één positie in de Shape opschuift.

De volgorde van de kerktoonladders is nu gekoppeld aan volgordelijk de eerste zeven noten van de Shape.
Stel dat we met deze Shape een D toonladder in alle kerkmodi willen spelen. Het is dan belangrijk dat je in de gaten houdt, dat de D in de Shape op de volgende noten (posities) moet zitten:


Hierboven zie je hoe de positie van de grondtoon D is in iedere modus. Bij D Ionisch is noot nummer 1 de grondtoon van de toonladder. De Shape begint dan op de 10de fret van de 4de snaar.
Voor D Dorisch moeten we de Shape met zijn startpunt verplaatsen naar de 8ste fret op de 4de snaar. Daardoor is de grondtoon D op noot nummer 2 van de Shape terecht gekomen.
Een laatste voorbeeld: Voor D Frygisch begint de Shape op de 6de fret van de 4de snaar, zodat de grondtoon D op het derde nootnummer terechtkomt, en dat is op de 10de fret van de 4de snaar.
Op deze manier werk je alle modi voor de toonladder D af.



Mineur Jazz toonladder



De jazz mineur toonladder kennen we ook als de melodische mineur toonladder, hoewel strikt genomen dit niet helemaal klopt. Als je in mineur oorspronkelijk de 6de en de 7de toon verhoogt, ontstaat de melodische mineur toonladder.

Soort toonladderNoten in toonladder
Natuurlijke A mineurABCDEF G A
Harmonische A mineurABCDEF G♯A
Melodische A mineur ABCDEF♯G♯A
½½


Omdat nu zowel de 6de en de 7de toon verhoogd zijn, vermijd je de overmatige secunde die je in de harmonische mineur toonladder bent tegengekomen. Zodoende loopt de melodie mooi door. Vandaar de naam: melodische mineur toonladder.
Naast de verhoging van de 6de en de 7de toon is er nog een verandering. Als je melodisch mineur stijgend speelt heb je te maken met de verhogingen van de 6de en 7de toon (de melodie loopt mooi door). Als je de toonladder dalend speelt vervallen de verhogingen, en klinkt de toonladder weer als de natuurlijke mineur toonladder.

De jazz mineur toonladder is een prima toonladder om te gebruiken met mineur sext akkoorden (Engels: minor sixth chords).





Tabulatuur en basmuziek



Wat zijn gitaartabs? Of misschien een betere vraagstelling, wat is tablatuur? Ja, want eigenlijk is een betere benaming voor gitaartabs "tablatuur" of afgekort "TAB". Tablatuur is te omschrijven als een systeem, een makkelijk systeem om (bas-)gitaar muziek op te schrijven. Gitaartabs kunnen niet ontbreken bij het schrijven of spelen van een gitaar liedje.

Het tablatuurschrift wordt ook wel het grepenschrift genoemd. Van een klankenschrift is sprake wanneer er gebruik wordt gemaakt van de normale muzieknotatie. Natuurlijk bevatten beide methodes haken en ogen. Een gitarist heeft moeite met het notenschrift, omdat dezelfde noten vaker voorkomen. Een belangrijk nadeel van het tablatuurschrift is dat het speciaal bedoeld is voor gitaristen, want het is vooral gericht op één instrument. Het notenschrift is voor ieder muziekinstrument toepasbaar en dus ook voor iedereen te begrijpen.

Het begrip tabulatuur hebben we uitgebreid behandeld in het website-onderdeel MUZIEKTHEORIE | TABULATUUR LEZEN EN BEGRIJPEN. Voor de basgitarist zijn er nog een paar speciale aanwijzingen, naast de bekende tabulatuur-symbolen. We geven ze onderstaand.

Symbolen tabulatuur Betekenis

De "X" is het symbool voor een gedempte (muted) slag. Een gedempte speelwijze kan over één of meerdere snaren gaan. Het dempen doe je door je fretting-hand lichtjes boven de snaar te houden, terwijl je deze aanslaat of plukt. Dit veroorzaakt een meer percussief geluid in plaats van dat je de klank van de snaar of toon voluit hoort.



Als je een noot tussen twee haakjes ziet staan (), kan dat twee dingen betekenen. Bij het eerste voorbeeld hiernaast zijn de tussen haakjes geplaatste noten "Ghost Notes". Dat betekent dat die noten veel zachter gespeeld moeten worden dan de rest van de noten in de maat.
Bij het tweede voorbeeld is er sprake van een "Held Note". Dat is een noot die moet blijven doorklinken naar de volgende maat. Je kent dit wel uit het standaard tabulatuurschrift als "Let ring ----|". In het voorbeeld hiernaast zie je, dat de 5de noot drie tellen in de maat blijft doorklinken. soms worden er in plaats van ronde haakjes vierkante haakjes [brackets] gebruikt.


"T" is het symbool voor het "tapping" effect. Soms zie je dit bovenaan de balk staan, en soms staat de "T" of "t" naast de noot. In het voorbeeld hiernaast zie je, dat je de tap start op de 17de fret (dit doe je met je rechterhand, de slaghand), en je glijdt naar de 10de fret. Daarna geef je direct een hammer-on op de 14de fret. De gebogen lijn boven de noten is een legato-boog, die aangeeft dat de hele figuur gespeeld moet worden zonder de snaren met de vingers of het plectrum te bespelen.


De "S" in de afbeelding hiernaast staat voor "slapping", een speeltechniek die we verderop uitleggen. De "P" is de aanduiding voor "popping", een speciale manier van bassnaren bespelen. Ook dat leggen we verderop uit. Beide technieken worden vaak tegelijkertijd gebruikt.


Uiteraard kun je deze tabulatuursymbolen allemaal gebruiken in de notatie voor bijvoorbeeld een 6-snarige elektrische gitaar, maar de hierboven beschreven effecten komen wel vaak en specifiek voor in bastabulaturen.
De tabulatuur maakt duidelijk welke snaar je moet aanslaan en op welke positie (vakje) je je vinger moet zetten. Maar wat tabs niet aangeven, is de lengte van een noot. Het ritme van het liedje of het loopje dat je wilt leren, moet je dus al kennen. Als je het originele nummer erbij zoekt, bijvoorbeeld op YouTube of een ander social media kanaal, is dit meestal geen enkel probleem.



Het Walking Bas principe



Als je Walking Bass (letterlijk vertaald: lopende bas) speelt, speel je de basgitaar mee in de tonen van het akkoord dat op dat moment wordt gespeeld. Deze akkoordnoten verbind je met elkaar door gebruik te maken van de tonen van de toonladder die op dat moment relevant is.
Het is de bedoeling dat je dit zo doet, dat je van het ene naar het daaropvolgende akkoord loopt op een manier die logisch opvolgend klinkt.
Vroeger werd je als bassist zelfs verondersteld om zo logisch naar het volgende akkoord te "lopen", dat de solist het akkoordenschema niet eens hoefde te kennen; dat hoorde hij wel door naar de bas te luisteren.

Een eenvoudig voorbeeld: als je in de toonladder van C speelt en van G7 naar C majeur loopt in een 4/4de maat, zou je bijvoorbeeld kunnen spelen: G - F - E - D, zodat je op de eerste tel van de volgende maat weer keurig bij de C begint.

Als je kijkt naar de harmonische functie binnen een muziekstuk betekent een Walking Bass het spelen van een doorlopende baslijn. Uit de akkoorden waarop het stuk is gebaseerd, kiest de bassist de belangrijkste noten en speelt deze op de zware maatdelen. Op de lichte maatdelen worden de doorgangsnoten gespeeld. Doorgangsnoten (ook wel leidtonen genoemd), zijn tonen die min of meer duidelijk op de naastgelegen hogere of lagere halve toon zijn gericht. Denk aan de zevende toon, die heel sterk de drang in zich heeft om op te lossen naar de grondtoon van een melodie of akkoord. Omdat op iedere tel een noot wordt gespeeld, ontstaat een doorgaande lijn. Met het spelen van de doorgaande lijn krijgt de bas zijn ritmische functie: het verzorgen van de puls (groove).


Hierboven kun je een video (links) bekijken waarin een Walking Bass op een contrabas wordt gespeeld. De tweede video is een voorbeeld van een eenvoudige Walking Bass groove in jazzmuziek, met tabulatuur voor als je dit zelf eens wilt proberen. Er zijn een aantal basisregels voor Walking Bass grooves:


We geven een paar voorbeelden van bekende Walking Bass baslijnen.
Aan de linkerkant zie je de tabulatuur, aan de rechterkant kun je een oefentrack (audio) starten.

QUEEN - Another one bites the dust


     
MICHAEL JACKSON - Billy Jean


     
PINK FLOYD - Money


     
STEVIE WONDER - I wish


     
NIRVANA - Come as you are


     
BILL WITHERS - Lovely day


     

Een aantal andere bekende baslijnen die je eens uit kunt proberen vind je terug in onderstaande nummers:

• Ian Dury - Hit Me With Your Rhythm Stick    • Sly & The Family Stone - Thank You (Falettinme Be Mice Elf Agin)
• Rage Against The Machine - Bullet In The Head    • Grandmaster Flash & Melle Mel - White Lines (Don’t Don’t Do It)
• Motörhead - Ace Of Spades    • Red Hot Chili Peppers - Give It Away
• Jaco Pastorius - Come On Come Over    • Stanley Clarke - School Days
• Queen & David Bowie - Under Pressure    • Cream - Crossroads
• Fleetwood Mac - The Chain    • Jam - Town Called Malice
• Miles Davis - So What    • Lou Reed - Walk On The Wild Side
• Graham Central Station - Hair    • Ben E. King - Stand By Me
• Doors - Riders On The Storm    • Iron Maiden - Phantom Of The Opera
• Marvin Gaye - What's Going On?    • James Brown - Sex Machine
• Beatles - Come Together    • Yes - Roundabout
• Chic - Good Times    • Who - My Generation
• Cure - The Lovecats    • Led Zeppelin - Ramble On
• Free - All Right Now    • Weather Report - Teen Town
• Clash - London Calling    • Metallica - Orion
• Stranglers - Peaches    • Rush - Digital Man
• Muse - Hysteria     



Slapping & Popping



Het populair maken van Slap-bass spelen (letterlijk het slaan van de bas) ligt bij Larry Graham, bassist van de funkband Sly and the Family Stone. De techniek wordt gebruikt om de percussieve geluiden van de drums te begeleiden/te vervangen door de basgitaar. Zoals je weet is er een hechte relatie tussen de bassist en de drummer, beiden zijn immers de motor van de ritmesectie in de band. Bekijk de video hiernaast voor een verbluffend staaltje samenwerking tussen de geniale bassist Marcus Miller en zijn drummer, waarbij Marcus Miller een weergaloze slap-pop solo speelt.

Slapping

Het zal je een paar duizend uren oefening kosten om te slappen en te poppen zoals Marcus Miller dat doet, maar je weet, de aanhouder wint.
Met wat je zojuist in de video hebt gezien in gedachten, is het zinvol om naar je duim te kijken als een soort slagwerkstok die op de trommel slaat. Je doel is om de snaar te raken met je duim en de snaar te laten weerkaatsen, net als een drumstick. Dit geeft je het percussieve geluid met het uitklinken ("ringing") van de bassnaar daarna.
De kracht van de slaande beweging komt van het draaien van de de pols van je slaghand. Deze draaibeweging wordt ook wel eens de "doorknob" beweging genoemd, in feite een beweging net alsof je een deurknop open of dicht draait.
De kunst is om met de rand van de duim (bij de knokkel) de snaar te raken, in die vloeiende "deurknop" beweging, zodat er een duidelijke, percussieve galm ontstaat nadat je de snaar hebt aangeslagen.

De E snaar is een populaire snaar om oefeningen voor slap-bass technieken uit te proberen. Dit komt vanwege het volle, stevige geluid dat een open E-snaar produceert als deze wordt aangeslagen.
Je kunt als oefening (gebruik hierbij eventueel een metronoom), beginnen met het spelen (slappen) van kwartnoten op de open E snaar. Blijf deze oefening herhalen totdat je een goede, duidelijke "klap"-toon (slap tone) hebt. Voer daarna het tempo op, eventueel weer door gebruik te maken van een metronoom.

Oefen deze slap-notes zowel legato (mooi ritmisch aaneengesloten) alsook staccato (kort en puntig). Om de noten te dempen (muting) tijdens het staccato spelen kun lichtjes je linkerhand op de snaren laten rusten om de trillingen te stoppen. Zet je hand dan direct weer in de goede positie om de volgende noot te spelen.

Hieronder vind je een video gemaakt door Hugh Richardson van onlinebassguitar.com. Hij legt in kort bestek de drie basistechnieken uit die je voor slapping moet kennen.

Popping

Slapping als effect wordt heel vaak gecombineerd met popping, het "plukken" van de snaren. Je hoort beide gecombineerde effecten in de video van Marcus Miller hierboven. Om slapping en popping vloeiend te combineren, is het goed dat je nog eens kijkt naar de manier waarop Hugh Richardson in de video zijn slaghand kromt. Door de kromming van je slaghand is de duim in de goede positie, maar als je ook nog wilt "poppen" (plukken), staan door de kromming ook je andere vingers al goed bij de snaren.

Het popping-effect ontstaat door als het ware een haak van je wijsvinger te maken. Denk eraan: als je de hand hebt gekromd zoals je in de instructievideo hebt gezien, dan zijn al je vingers, behalve de duim, al in deze "haakstand".
Trek met je vinger de snaar omhoog en laat deze terugveren op de toets, zodat wederom het percussieve geluid ontstaat, net als bij slapping. Opnieuw komt deze beweging uit de pols, maar in plaats van je pols te draaien (deurknop-effect), maak je een opwaartse beweging met je pols. Na (flink) wat oefening vind je de combinatie om slapping met popping te combineren.

We geven je nog een drietal oefeningen slapping-popping met geluidsfragmenten. In de tabulatuur wordt Slapping met een S aangeduid, en Popping met een P.

Slapping over meerdere snaren


     
Popping over meerdere snaren


     
Slapping en popping gecombineerd over meerdere snaren


     

Als je een PDF met een aantal slapping-popping oefeningen wilt hebben, klik dan hier om het bestand te downloaden.



Tapping op de basgitaar



Tapping is een techniek waarbij de slaghand (meestal de rechterhand) de toetsen op de gitaarhals aanslaat, wat we een "tap" noemen, vaak gespeeld als een hammer-on gevolgd door een pull-off.
Het is de legato techniek welke je in staat stelt om enerzijds met meer vingers te spelen en anderzijds om noten te laten klinken die normaal gesproken buiten het bereik van de slaghand van de gitarist liggen.

Het tappen gebeurt meestal met één vinger of enkele vingers, maar kan ook met twee handen tegelijk gedaan worden. Tapping vergt een zeer goede coördinatie tussen de linker (de frethand) en de rechterhand (de slaghand), omdat de getapte noten moeten aansluiten bij wat de andere hand aan het spelen is.

De herkomst van tapping vind je in de klassieke muziek. Paganinni verwerkte al soortgelijke technieken in zijn vioolspel. In de jaren ’60 van de vorige eeuw heeft jazz gitarist Emmett Chapman het twee handig tappen naar een nieuwe niveau getild, en heeft later zelfs een 9-snarige gitaar speciaal voor het tappen in het leven geroepen, de "Chapman stick". Hij is een groot inspirator geweest voor onder anderen Steve Lynch en Jennifer Batten.

Ook op de basgitaar zijn er gitaristen die veel twee handige tapping technieken toepassen, zoals Jaco Pastorius, Billy Sheehan en Stuart Hamm, om maar eens een paar grootheden te noemen.

Als je tapt op een basgitaar, hamer je met de vingers van je rechterhand (als je rechtshandig bent tenminste) op de toetsen van de gitaarhals en speel je de melodielijn. Da's wel heel lastig in woorden uit te leggen, dus we hebben een (Engelstalige) instructievideo aan onze website toegevoegd.

In deze instructievideo demonstreert Luke MacIntosh van "Become a Bassist" de zogeheten "Machine Gun"-bastaptechniek die al jaren wordt gebruikt door bassisten zoals Billy Sheehan, en waarmee veel indruk op het publiek wordt gemaakt.

Het werkt allemaal veel eenvoudiger dan je denkt, het enige dat nodig is, is om langzaam te beginnen en de snelheid geleidelijk op te voeren, waarbij je de hele tijd ontspannen blijft. In een mum van tijd ben je helemaal klaar met het aanleren van deze techniek en de ontzagwekkende geluiden die je ermee kunt maken.

Verschillende tapping technieken

De tapping-techniek kent een veelheid aan varianten. We bespreken er een aantal, en laten daarbij het voorbeeld notenschrift zien.

2-noten tapping patroon nr. 1



      Tappatronen met 2 noten geven je een snelle en eenvoudige manier om aan de slag te gaan met het aanleren van deze techniek. Je hoeft alleen maar heen en weer te wisselen tussen twee noten, dus deze oefeningen zijn snel te leren en gemakkelijk onder de knie te krijgen.
De oefening hiernaast vraagt je simpelweg om af te wisselen tussen het het tappen op een noot op de 12de fret en het normaal spelen van een noot op de 7de fret.
Gebruik de rest van je speelhand (frethand) om de andere snaren te dempen. Nu kun je je aandacht volledig richten op je taptechniek. Probeer zo nauwkeurig mogelijk te zijn bij het tappen op de 12de fret en probeer de snaar een kleine beweging mee te geven terwijl je naar de 7de fret verschuift.

2-noten tapping patroon nr. 2



      Deze oefening borduurt voort op de bovenstaande oefening, en leert je het heen en weer bewegen van je tapping-vinger tussen twee posities.
Met deze oefening kun je je tapvinger heen en weer bewegen tussen de 12de en 14de fret, of je kunt twee verschillende vingers gebruiken om de twee tap-noten te spelen.
Er zijn twee manieren om deze tapping-techniek aan te leren.Oefen met één vinger die heen en weer springt tussen de twee tap-noten. Wen eraan om de vingers van de hand waarmee je tapt, op en neer te bewegen tussen de toetsen op de hals, en nauwkeurig elke noot te tappen.
Je kunt de oefening ook met twee verschillende vingers uitvoeren. Je kunt je middelvinger gebruiken om de 12de fret te spelen, en dan je ringvinger om de 14de fret te spelen. Probeer verschillende vingercombinaties uit, om erachter te komen wat voor jou het beste voelt.

3-noten tapping patroon nr. 1



      Het is heel gebruikelijk voor gitaristen om drie noten per snaar te spelen, dus als je wat extra tijd aan deze oefeningen besteedt, bereiden de 3-noten patronen je voor op mooie tapping licks en solo's.
Houd er rekening mee dat de oefening hiernaast een triplet gebruikt. Dit betekent dat je drie noten per tel speelt in plaats van twee.
De oefening hiernaast is een van de meest voorkomende tapping-patronen, en oefen met de triplets tot ze volledig natuurlijk aanvoelen.
Houd je eerste vinger van je speelhand op de 5de fret, en gebruik vervolgens je derde vinger om de pull-offs van de 7de fret te spelen.
Bouw je snelheid geleidelijk op. Als je fouten begint te maken of je vingers verliezen de coördinatie, vertraag dan en besteed meer tijd aan het oefenen in een comfortabel tempo.

3-noten tapping patroon nr. 2



      Als je deze oefening vergelijkt met de vorige oefening, zul je zien dat het enige verschil is dat de positie op de 7de fret is vervangen door een het spelen van een open snaar. Deze oefening zal heel anders aanvoelen om te spelen, omdat je een hammer-on speelt naar de 5de fret in plaats van een pull-off, zoals we in de vorige oefening hebben gedaan.
Het is overigens gebruikelijk om open snaren te gebruiken bij het tappen van licks. probeer je tapping-techniek zo te perfectioneren, dat de open snaar duidelijk en helder blijft klinken.

3-noten tapping patroon nr. 3



      Het doel van deze oefening is om je te laten wennen aan het heen en weer bewegen tussen verschillende snaren tijdens het tappen. Met deze oefening kun je testen hoe goed je de snaar helder kunt laten klinken wanneer je de snaar tapt. Als je niet nauwkeurig op de snaar tapt, trilt de snaar mogelijk niet genoeg om de getapte noot mooi te laten klinken.
Zodra je deze oefening kunt spelen, probeer dan door te gaan met het naar beneden schuiven van het patroon over de gitaarhals, helemaal tot aan de 6de snaar. Demp de andere snaren met de vingers van je speelhand om ongewenste bijgeluiden van de niet gespeelde snaren te voorkomen.

4-noten tapping patroon nr. 1



      Hoewel tappatronen met 3 noten de meest voorkomende patronen zijn, kun je een aantal interessante combinaties met 4-noten tappatronen maken. De oefeningen gebruiken 16de noten, wat betekent dat het 4-notenpatroon zich bij elke tel herhaalt.
Deze oefening moet snel en gemakkelijk te leren zijn als je genoeg tijd hebt besteed aan het oefenen van de 3-noten tikoefeningen die hierboven zijn weergegeven. Houd de eerste vinger van je speelhand (frethand) op de 5de fret. Er is geen reden om de vinger te verplaatsen, dus houd dez vinger op zijn plaats.
Over het algemeen geldt dat hoe minder bewegingen je met je hand hoeft te maken tijdens het gitaarspelen, hoe beter je licks zullen klinken en aanvoelen.

4-noten tapping patroon nr. 2



      Deze oefening leert je het veranderen van je tapping-patroon terwijl je op verschillende snaren speelt. Zowel de linker- als de rechterhand moeten hun posities aanpassen bij het wisselen naar de B-snaar, dus neem de tijd om jezelf te laten wennen aan de veranderende posities.
Denk goed na over hoe je je slaghand positioneert en hoe je over de hals heen en weer beweegt, zodat je de twee noten goed kunt tappen.
Overspringtechniek nr. 1



     
Sommige tapping-licks springen werkelijk over de gehele gitaarhals heen, om uitgebreide arpeggio's of toonladders te spelen. Wanneer je oefent met het overspringen van je snaren tijdens het tappen, wees dan nauwkeurig met het dempen en stilhouden van niet-gespeelde snaren. Een open snaar die per ongeluk wordt aangeslagen, kan een goed uitgevoerde tapping-lick volledig verpesten.
Deze oefening houdt de tappatronen hetzelfde over alle snaren, zodat je je volledig kunt concentreren op de overspringtechniek, de techniek waarbij je naastgelegen snaren overslaat.
Je kunt desgewenst een van de patronen met 3 noten gebruiken in plaats van het voorbeeld hiernaast. De belangrijkste focus moet liggen op het op de plaats houden van je gitaarhals, en het dempen van niet gebruikte snaren.

Overspringtechniek nr. 2



     
Deze oefening gebruikt de overspringtechniek zoals we in de vorige oefening hebben gezien, en gebruikt de aflopende pentatonische A mineur toonladder met behulp van de tap-techniek. Als je jezelf comfortabel voelt met het uitvoeren van deze oefening, probeer dan de aflopende toonladder als oplopende toonladder te spelen. Vervolgens kun je in een soort doorlopende lus op en neer oefenen met de aflopende en oplopende toonladder.
Als je de sound van deze tap-oefening leuk vindt (en het klinkt echt geweldig als het snel wordt gespeeld), raden we je ten zeerste aan om te oefenen met andere toonladders.

Tapping & sliding patroon



     
Alle voorgaande oefeningen blijven binnen meer of minder dezelde posities op de toetsen van de gitaarhals. Als je tijdens je tap-solo's op en neer wilt bewegen over de hals, zijn er een paar manieren waarop je dit kunt doen.
De uitdaging bij de volgende oefeningen is om je hand waarmee je tapt, op tijd in de juiste positie te zetten voor de volgende tap-noot.
Deze oefening laat zien hoe je slides kunt gebruiken om op en neer te bewegen van de ene naar de andere positie. Omdat sliding een legato-techniek is, hoef je de snaar niet te spelen terwijl je van positie wisselt.
Wellicht voelt deze oefening in het begin wat ongemakkelijk, omdat je zowel je slaghand als je frethand moet verschuiven.

Pedal Tone patroon



     
Deze oefening laat zien hoe je tapping kunt inzetten als een manier om op en neer te bewegen over de gitaarhals. Terwijl je op een positie tapt, geeft het je frethand de tijd en gelegenheid om omhoog of omlaag te manoeuvreren naar een nieuwe positie.
Je ziet dat je gemakkelijk een groot deel van de hals kunt afdekken door het toepassen van tapping techniek. Op elk moment kun je ook de positie van de tap-noot wijzigen door omhoog of omlaag te gaan over de gitaarhals.
Het bovenstaande tapping voorbeeld is een voorbeeld van het gebruik van tapping techniek in neoklassieke muziek, en staat bekend als "Pedal Point" of "Pedal Tone" licks. Het mooie van tapping is dat je bijna elke "Pedal Point"-lick kunt nemen en deze gemakkelijk kunt omzetten naar een tapping lick.

Tapping van arpeggio's



     
Hoewel tapping leuk is om te spelen met herhaalde patronen of toonladders, schittert tapping pas echt wanneer je de techniek inzet bij arpeggio's. We geven je nu een paar oefeningen die op verschillende manieren demonstreren hoe je tapping-technieken met arpeggio's combineert.
De oefening hierboven laat zien hoe je tapping, gecombineerd met de overspringtechniek, kunt inzetten om hele "brede" (over de gehele hals) arpeggio's te maken. Deze oefening is minder eenvoudig dan de rest die je hebt gezien, omdat de patronen niet beginnen met een tapping-note.
Je zult merken dat de eerste noten tijdens het oplopende deel van de arpeggio met de frethand (de speelhand) worden gespeeld. Deze noten worden gespeeld met een "hammer-ons from nowhere" effect. Dit betekent dat je niet je snaar aanslaat, maar in plaats daarvan tap je stevig op de toets met een vinger van je speelhand, om de toon te laten horen. Bovenstaande oefening is gebaseerd op een arpeggio van het Am7 akkoord.

Tapping met sweep-picked arpeggio's



     
Deze tapoefening is heel gebruikelijk bij gitaristen die veel "sweep-picked" arpeggio's spelen. Op het hoogtepunt van een "sweep-picked" arpeggio tapt de gitarist vaak een nog hogere noot aan om de arpeggio uit te breiden.
We zijn er wat vroeg bij, want de "sweep-picked"-techniek hebben we nog niet behandeld. Je kunt die verderop bestuderen voordat je deze oefening probeert te doen. Als je de "sweep-picked"-techniek nog niet hebt bestudeerd, zal deze oefening wat ongemakkelijk en onwennig overkomen.

We hopen dat we je met deze oefeningen op weg hebben kunnen helpen met de tapping-techniek. Net als slapping/popping is de tapping techniek niet in ieder muziekstuk smaakvol, maar als indrukwekkend effect tussendoor doet tapping het erg goed. Met tapping zijn nog veel mogelijkheden binnen je bereik, zoals het tappen van harmonics (flageoletten). Dat valt echter buiten de scope van onze website. Daarnaast kun je tapping effecten naar een nog hoger level tillen, door speciale pedalen of stompboxes te gebruiken. Denk daarbij aan een compressor, chorus, overdrive/distortion, tube screamer, reverb, etc.
We sluiten dit theoriedeel af met een uitgebreide



Sweep-picking techniek



Er is in de basgitaarwereld veel discussie over het gebruik van een plectrum. Sommige basgitaristen zeggen dat het gebruik van een plectrum aan het doel van het spelen van een basgitaar voorbijgaat, of het basspelen teveel simplificeert, of zelfs het oorspronkelijke geluid van de bas wegneemt.

Wat je standpunt over dit onderwerp ook is, er is één techniek die zonder gebruik te maken van een plectrum, lastig onder de knie is te krijgen. In feite wordt het beschouwd als een van de moeilijkste technieken onder basgitaristen om onder de knie te krijgen. We kunnen die bewering niet ondersteunen of ontkrachten, maar we kunnen je wel helpen de eerst stappen te zetten om het te leren. We hebben het hier over sweep picking.

Waarom sweep picking?

Sweep picking stond lange tijd bekend als een techniek die bijna uitsluitend door gitaristen werd gebruikt. Na verloop van tijd begonnen basgitaristen deze techniek echter op te pikken en voor hun eigen doeleinden te gebruiken, door de techniek te integreren aan bassolos, riffs, en zelfs licks.
En waarom ook niet? Basgitaristen moeten, net als hun collega-gitaristen, het vermogen hebben om zichzelf en hun spel vanuit een technisch oogpunt te bevorderen en te optimaliseren.

De term sweep picking is in alle opzichten precies zoals het klinkt; een plukbeweging die tegelijkertijd ook een veegbeweging is. Wat deze specifieke techniek zo moeilijk maakt, is dat het gaat om hand-oogcoördinatie en slaghand en frethandcoördinatie. Dit betekent dat je twee keer zoveel coördineert als normaal, wat de moeilijkheid van deze techniek nog veelomvattender maakt.

Wanneer je noten in oplopende volgorde speelt, van de G snaar, de 1ste snaar tot aan de E snaar, de 4de snaar, gebruik je een upstroke, waarbij je de plectrum één voor één over de snaren veegt. Wanneer je noten in een aflopende volgorde speelt gebruik je een neerwaartse slag, waarbij je de plectrum weer één voor één over de snaren veegt.

Wij sluiten ons aan bij de puristen, en onderstaand een instructievideo van Mark Michell (Low End University), waarin het sweep-picking op de basgitaar wordt uitgelegd door deze techniek met de vingers (en niet met een plectrum!) uit te voeren. Als je wilt weten hoe deze techniek met behulp van een plectrum uitvoert, verwijzen we naar het welbekende YouTube, waar je honderden voorbeelden ziet van sweep-picking, maar dan op een standaard zessnarige gitaar. Het principe is echter voor de basgitaar hetzelfde.

Of je nu een plectrum gebruikt, of je vingers, het is een extreem moeilijke techniek om loepzuiver en kristalhelder je arpeggio's, akkoorden en toonladders met sweep-picking voor het voetlicht te brengen. Net als tapping en slapping/plopping is sweep-picking een techniek, die je als additioneel kunt inzetten. Je laat het publiek een mooi staaltje vakmanschap zien, wat echter binnen korte tijd in een ontzettend vermoeiend luisteren ontaard, en in melodische zin meestal niet zoveel aan een muziekstuk toevoegt. Het blijft echter spectaculair.

We hebben een vijftal oefeningen voor je verzameld, waaarbij het beste advies dat we kunnen geven is: Start slow and get faster, een advies dat de weergaloze bassist van Level 42, Mark King, aan zijn studenten meegeeft.

Oefening 1


Oefening 2


Oefening 3


Oefening 4


Oefening 5



Als aanvulling op de theorie van dit website-onderdeel raden we je aan om naar het deel "Programma's & Downloads" te navigeren. Je vindt daar een grote hoeveelheid online en offline applicaties die je verder helpen met het uitdiepen van de theorie, en je ondersteunen bij het verder professionaliseren van je muziekkennis en je gitaarspel.



bronnen: musicianwave.com, learntoplaymusic.com, Bassbuzz forum, Become a Bassist, Bax Music Blogs, Methode "Teach Yourself Visually Bass Guitar", Study Bass, Mart Jeninga Academy, Karl Golden's Ultimate Bass Method, DazWatson Music, Methode Guitar Command "Bass Scales, Chords & Arpeggios", FaChords Guitar, YouTube, Kaliber Kunstenschool, Kunstbus, Van Leeuwenhorst Muziekklas, Matt 10 Guitar Lessons, Seymour Duncan, onlinebassguitar.com, Sharpen My Axe, Gitaar Professor, Become A Bassist, Low End University, Josh Fossgreen's "Play Da Bass!" Methode.