Introductie bij slagritmes
Niet alleen het gebruik van specifieke open en barré akkoorden, power en slash chords maken deel uit van de unieke rockmuziek sound, maar zeker ook de manier waarop de slagritmes (strumming patterns) worden toegepast. Het grootste gedeelte van de theorie in dit blok van onze applicatie vind je ook terug op de website GuitarJan.com, in de sectie "Muziekgenres: rock". Als je dat al bestudeerd hebt, kun je dit studieblok overslaan.
Basis rock slagritmes
Het aantal slagritmes voor rockmuziek is oneindig groot, we beginnen de theorie door de drie meest voorkomende slagritmes te bespreken. Daarmee kun je overigens zowat ieder rocknummer spelen, zij het dan uiteraard niet altijd in het specifieke slagritme dat je wellicht in een song hoort.
Dit zijn essentiële slagritmes (strumming patterns), die zowel in rock, Pop als Indie muziek volop worden gebruikt. Daarnaast kom je deze slagritmes ook nog tegen in Folk muziek en Metal.
We hebben bij ieder slagritme de up- en downstrokes gevisualiseerd. Je kunt ermee experimenteren door in de slagritmes ook "muted" of "muffled" up- en downstrokes te spelen, en verschillende slagritmes door elkaar heen te gebruiken, bijvoorbeeld voor een couplet een ander slagritme dan voor het refrein hanteren.
Powerchords worden ook vaak "muffled" ("palm mute", enigzins gedempt) gespeeld, dat hebben we in het vorige studieblok al uitgelegd. Je legt dan de rechterrand van je rechterhand op de laatste halve centimeter van de snaar op de brug van je gitaar. Als je het goed doet, op de juiste plaats en met de juiste druk, krijg je een wat doffer en zachter klinkend akkoord, dat nog wél qua toonhoogte herkenbaar is. Te veel dempen en je hoort alleen "plok plok", te weinig dempen heeft geen of nauwelijks effect. Meestal worden hiervoor alleen neerslagen (downstrokes) gebruikt met het plectrum.
Door af te wisselen met wel en niet gedempte aanslagen kun je een ritme wat dynamischer laten klinken. Een vaak gebruikt patroon is:
| m m | m m | m |
Hierbij betekent m muffled (palm mute) en | niet muffled. alle noten worden over het algemeen even lang gespeeld.
Een ander effect is mute (spreek uit: "mjoet") of "dead note". Hierbij demp je de snaren die je aanslaat echt af zodat je alleen een percussief geluid zonder echte toonhoogte hoort. Dat afdempen kan met de vingers van de linkerhand door de snaren licht aan te raken en/of net je rechterhand door tegelijk met het aanslaan de rand van de hand op de snaren te leggen. Een bekend patroon:
| | x | | | x |
Hierbij betekent x muten en | niet muten. De muted slagen vallen vaak op de slagen van de snaredrum, op tel 2 en 4 van de 4/4 maat.
Helaas worden de termen mute en muffle vaak door elkaar gebruikt, maar er is dus wel degelijk een verschil: een muted toon of akkoord klinkt als een percussief geluid zonder echte toonhoogte. Een muffled toon of akkoord klinkt wat zachter en wat doffer, maar blijft wel herkenbaar.
Het ultieme slagritme | |
Pop
Rock | |
Songs waarin dit slagritme wordt gebruikt:
| |
Indie Rock slagritme | |
Pop
Rock | |
Songs waarin dit slagritme wordt gebruikt:
| |
Het moderne slagritme | |
Pop
Rock | |
Songs waarin dit slagritme wordt gebruikt:
|
Daarin leggen we alles uit oversturing, tijdgerelateerde effecten, multi-effect gebruik, en instellingen die je op je gitaarversterker kunt gebruiken.
Uitbreiding met veelvoorkomende slagritmes
Naast de basis slagritmes die we zojuist behandeld hebben, geven we je onderstaand nog eens 18 meer slagritmes die, met de juiste gain, distortion, reverb en andere effecten, prima inzetbaar zijn in rockmuziek. Door de tempo's te variëren kun je de slagritmes van rock ballads tot high-speed muziek inzetten.
Maar niet alleen in rockmuziek, veel van onderstaande slagritmes kun je moeiteloos in andere genres gebruiken.
Veel slagrimtes krijgen soms exotische benamingen, bijvoorbeeld een variant op de naam van een artiest, of een speciaal effect waaraan het slagritme herinnert. Vraag je dus vooral niet af waar sommige van onderstaande namen vandaan komen.
Pendulum met 1/8e noten | |
Accenten op de 2e en 4e tel | |
Accentueren van de opwaartse slag | |
Combineren van 1/4e en 1/8e noten | |
Standaard slagritme patroon I | |
Standaard slagritme patroon II | |
Standaard slagritme patroon III | |
Standaard slagritme patroon IV | |
Overslaan van een neerwaartse slag | |
"Americana" slagritme | |
"To La Yengo" slagritme | |
"Guitar Roving" slagritme | |
"Cured" slagritme | |
"Galop" slagritme | |
"Struma Police" slagritme | |
Basis 6/8e slagritme | |
Basis 6/8e slagritme met stops | |
Alternatief 6/8e slagritme | |
Veel luisteren, proberen na te spelen,concertvideos bekijken, theorie studeren, gitaarlessen nemen, het helpt allemaal bij het verbeteren van je gitaarspel, maar het is en blijft vooral oefenen ... oefenen en oefenen.
Wetenschappelijk onderzoek
Hoewel het misschien een beetje raar klinkt, zijn er wel degelijk instituten en software-ontwerpers voor muziekapplicaties, die op (pseudo) wetenschappelijke basis proberen om, uit omvangrijke databestanden, te achterhalen wat de meest gebruikte akkoorden, en de meest voorkomende akkoordprogressies zijn. Daartoe worden jarenlang allerhande detailgegevens van songs die in de hitlijsten staan, verzameld en geanalyseerd.
Een bedrijf als "Hooktheory" uit Californië is al meer dan een decennium bezig met het analyseren van popmuziek met uitzondering van het jazz genre. Klassieke muziek behoort ook niet tot de databank-elementen.
We bespreken onderstaand een aantal conclusies van deze firma, die je wellicht van pas kunnen komen als je eigen nummers gaat componeren en daarbij een bepaald akkoordengebruik of akkoordprogressie zoekt.
Zijn er toonsoorten die meer gebruikt worden dan andere?
De toonsoort C (en zijn relatieve mineurtoonsoort Am) zijn veruit de meest voorkomende toonsoorten. Daarna is er een algemene trend waaruit de voorkeur spreekt voor toonsoorten waarin weinig verhogingen (♯) of verlagingen (♭) voorkomen. Dit is weer geen universeel geldende conclusie. Een song in E♭ bijvoorbeeld (die drie ♭ in haar toonsoort heeft staan) is bijvoorbeeld toch wat gebruikelijker dan de toonsoort F met slechts één ♭.De B♭ toonsoort heeft bijvoorbeeld maar twee keer een ♭, maar zit zo ongeveer aan het einde van de schaal met populaire toonsoorten.
Welke akkoorden komen het meest voor?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet iedere song in het databestand getransponeerd worden naar de C toonsoort, om ze direct vergelijkbaar te maken. Daarna moet in alle songs van het databestand gezocht worden naar akkoordprogressies waarin een bepaald akkoord voorkomt. Onderstaand de grafiek met de relatieve frequentie waarmee verschillende akkoorden voorkomen, in afdalende volgorde.Mocht je ooit iemand hebben horen klagen over de "vier akkoorden" popsong, dan is dit waar ze het over hebben. De akkoordprogressie die het meeste voorkomt is de (I)-V-IV-I-(vi) progressie. Enkele voorbeelden hiervan:
Voorbeelden meest populaire akkoordprogressie | |||||||||||
Toonsoort | (I) | V | IV | (I) | vii | (I) | IV | V | (I) | vii | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
C | C | G | F | C | am | C | F | G | C | am | |
D | D | A | G | D | C♯m | D | G | A | D | C♯m | |
B | B | F♯ | E | B | G♯m | B | E | F♯ | B | G♯m | |
Gm | Gm | Dm | Cm | Gm | E♭ | Gm | Cm | Dm | Gm | E♭ | |
Fm | Fm | Cm | B♭m | Fm | D♭ | Fm | B♭m | Cm | Fm | D♭ | |
C♯m | C♯m | G♯m | F♯m | C♯m | A | C♯m | F♯m | G♯m | C♯m | A |
Is er een verklaring voor de relatieve populariteit van akkoorden?
Waarom is een A mineur akkoord zo populair, maar komen A majeur akkoorden bijna niet voor? Hoewel het buiten de scope van deze studiemodule valt, is veel te verklaren vanuit de gangbare muziektheorie (harmonie- en melodieleer), waarvoor we verwijzen naar de website GuitarJan.com.Zelfs al beheers je niet de muziektheorie, je hoort als het ware zelf al dat als je een song in C hebt geschreven, een A akkoord qua klank lastig is in te passen, je kunt beter een A mineur akkoord gebruiken.
Ook in de muzieksoftware (zie hiernaast een afbeelding uit het programma "Garage Band") krijg je, als je een tikkeltje lui bent of de muziektheorie niet beheerst, een soort "voorstel" van het programma om bepaalde akkoorden te gebruiken.
Als je naar de uitkomsten van het "Hooktheory" team kijkt, dan moet je het voorstel hierboven voor de akkoorden die je kunt gebruiken, wel erg bekend voorkomen.
Een vraag die uit de voorgaande analyses naar voren komt is, of er een bepaalde relatie bestaat die verschillende akkoorden tot elkaar hebben. Een goede vraag is bijvoorbeeld, als er in een song een bepaald akkoord wordt gebruikt, welk opvolgend akkoord in de akkoordprogressie is dan het meest denkbaar? Is de keuze van de componist/musicus daadwerkelijk op toeval gebaseerd, of klinken sommige akkoorden eenvoudigweg "beter" en is te verwachten dat deze akkoorden dan eerder gekozen worden in een progressie?
Stel dat we een song in C hebben geschreven, en we hebben een Em akkoord in de akkoordprogressie gebruikt. De relatieve populariteit van het volgende akkoord in de progressie zie je in onderstaande grafiek, en is gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek van "Hooktheory":
De uitkomst is opvallend. Als je een song in C schrijft met een Em erin, dan moet je toch wel heel hard nadenken om de Em door een ander akkoord dan een F of een Am te laten opvolgen. Uit het onderzoek van "Hooktheory" komt naar voren, dat in de databank in 93% van de gevallen één van de akkoorden F of Am het opvolgend akkoord is.
Welk akkoord gaat vooraf aan een terugkeer naar de tonica?
Gaan we uit van een song in C, dan kunnen we zeggen dat het "I" (de tonica), het centraal-tonale centrum van de song is. De tonica is in dit geval het C akkoord.De meest elementaire regel in akkoordprogressies is (en dat komt voornamelijk uit de klassieke muziek), dat de "V" (de dominant) akkoorden de juiste afsluiting zijn van de akkoordprogressie, zie de tabel met de meest populaire akkoordprogressie hierboven.
In de popmuziek echter is het lang niet altijd zo dat de "ideale" volgorde (V → I, oftwel G → C), ook daadwerkelijk wordt gebruikt. De volgende grafiek laat het onderzoeksresultaat zien ter beantwoording van de vraag, welk akkoord voorafgaat aan de tonica (toontrap I, of in ons voorbeeld de C).
Je ziet in de grafiek dat, in tegenstelling tot de klassieke muziektheorie, een F net zo vaak, of zelfs iets vaker, voorafgaat aan de C (de I), dus IV → I, oftewel F → I. Dit correspondeert ook weer met de tbale die we eerder in deze module hebben gezien.
Uit de data van het onderzoek leren we verder, dat er maar weinig akkoordpgrogressies zijn van die iii naar I gaan (Em → C).
Voor meer interessante details: "Hooktheory" heeft de anayses uit de gegevensbank gebruikt om componeersoftware te schrijven, en dat programma heet het "Hookpad Musical Sketchpad", klik HIER om naar de informatiepagina te gaan. Je kunt het programma vooraf uitproberen in een webbased omgeving, klik dan op de "Try Free" knop van de webpagina.
Cirkelprogressies
Een laatste onderwerp dat we, vanuit een muziektheoretische benadering, willen aanspreken is het gebruikmaken van zogeheten cirkelprogressies. Cirkelprogressies zijn gebaseerd op de kwintencirkel, en de theorie daarover kun je terugvinden op de website GuitarJan.com, in het onderdeel "Toonladders", submenu "De kwintencirkel".
In feite heb je al cirkelprogressies gezien in de voorgaande sectie. Een cirkelprogressie komt voor als een een grondtoon (I of tonica) verhoogd wordt naar een IV (reine kwart), of wordt verlaagd naar een V (reine kwint). Dat wil dus zeggen dat zowel I → IV, alsook ii → V cirkelprogressies zijn. Datzelfde geldt voor iii → vi en IV - vii⁰.
Hieronder zie de majeur en de mineur kwintencirkels, waarbij de rode pijlen een verhoging aangeven van telkens een kwart, en de groene pijlen een verlaging met een kwint. Deze grafische weergave laat zien hoe de hierboven genoemde cirkelprogressies tot stand zijn gekomen.
Nog even als herhaling waarom de Romeinse cijfers soms groot, en soms klein worden geschreven. De Romeinse cijfers geven de zogeheten toontrappen weer. Als een Romeins cijfer groot is geschreven, dan betreft het een majeur akkoord, een klein geschreven Romeins cijfer is een mineur akkoord. De volgorde majeur/mineur akkoorden is afhankelijk van of je een song hebt in een majeur of mineur toonladder.
Toontrappen | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Toonladder | No. 1 | No. 2 | No. 3 | No. 4 | No. 5 | No. 6 | No. 7 | No. 8 |
Majeur | I | ii | iii | IV | V | vi | vii | I |
soort akkoord | Majeur | Mineur | Mineur | Majeur | Majeur | Mineur | Mineur | Majeur |
Mineur | i | ii | III | iv | v | VI | VII | i |
soort akkoord | Mineur | Mineur | Majeur | Mineur | Mineur | Majeur | Majeur | Mineur |
Onderstaand een tweetal cirkelprogressies die je als zinvol, en prettig in het gehoor liggend, zult ervaren. We hebben bij iedere cirkelprogressie een audiobestand waarin je achtereenvolgens een majeur toonladdervoorbeeld, en een mineur toonladdervoorbeeld, kunt beluisteren.
Je ziet dat bij enkele toonladders het aantal verhogingen (♯) en verlagingen (♭) bijzonder complex is. Mocht je willen beginnen met experimenteren met akkoordprogressies, dan zou je als majeur toonladders kunnen beginnen in C, G of D, en in mineur toonladders met Am, Em en Bm.
Hiermee sluiten we het tweede theorieblok af. Met de voorgaand opgedane kennis ben je in staat om vanaf de basis zelf welluidende akkoordprogressies in (rock)muziek te componeren. In het derde blok van deze studie applicatie geven we in zowel voor majeur als mineur toonladders de meest voorkomende akkoordprogressies, maar nogmaals ... de enige beperking hier is je eigen muzikale creativiteit.